Complicaties en uitdagingen voor de bouwsector
Maxime Verhagen is voorzitter van Bouwend Nederland en in die hoedanigheid ook lid van het dagelijks bestuur van werkgeversorganisatie VNO-NCW. De oud-minister van Buitenlandse Zaken heeft zich vanaf dag één kritisch opgesteld ten opzichte van de Wet kwaliteitsborging (Wkb) en ook na goedkeuring door de Tweede en Eerste Kamer voorziet hij de nodige complicaties en uitdagingen voor de bouwsector. We mochten uitgebreid zijn visie optekenen middels een schriftelijk interview met tien vragen.
Door Jos Cortenraad
Per 1 januari 2022 wordt de Wet kwaliteitsborging van kracht. Wat betekent de Wkb volgens u voor de bouwsector in zijn algemeenheid?
Maxime Verhagen: “De Wkb behelst een complexe stelselwijziging. De bouwprocessen zullen gaan veranderen. Bedrijven worden geconfronteerd met een externe kwaliteitsborger op het werk in plaats van een ambtenaar van Bouw en Woningtoezicht. Aannemers zullen aan het begin van het bouwproces en tijdens de bouw veelal meer tijd gaan steken in het structureel vastleggen van de geleverde kwaliteit. De inschatting is dat de administratieve lasten tijdens de bouw flink toenemen door de gevraagde dossieropbouw. Wat de Wkb écht zal gaan betekenen voor de sector moet blijken uit het grote aantal proefprojecten dat in de aanloop naar de beoogde invoering van de Wkb zou moeten plaatsvinden. Op basis van deze proefprojecten met gemeenten, kwaliteitsborgers en aannemers moet blijken in welke mate de Wkb kostenverhogend werkt, de administratieve lasten voor aannemers toenemen, de vergunningverlening plaatsvindt en hoe de relatie tussen kwaliteitsborger en aannemer er straks in de praktijk uitziet.”
Bouwend Nederland stond niet te springen om de nieuwe wetgeving. Waarom niet? Wat zijn volgens u de positieve en wat de negatieve aspecten van de Wkb?
Maxime Verhagen: “De wet wijzigt de aansprakelijkheid van de aannemer na oplevering, zoals geregeld in het Burgerlijk Wetboek. De wetgever versterkt de positie van de opdrachtgever op twee manieren. Net als nu is de aannemer aansprakelijk voor bij oplevering verborgen gebreken, maar er is een verzwaring van die aansprakelijkheid door een andere definitie van het begrip ‘verborgen gebrek’. Dit heeft tot gevolg dat de betekenis van de oplevering wordt uitgehold en dat de aannemer er belang bij heeft om zelf precies vast te leggen hoe het werk er bij oplevering uitziet. Doet hij dat niet dan kan de opdrachtgever bij een later blijkend gebrek of schade zeggen dat dat er was bij oplevering, maar toen niet door hem gezien is. Terwijl de opdrachtgever het gebrek of de schade wellicht zelf na oplevering heeft veroorzaakt. Daarbij komt nog dat de wetgever er bij een gebrek na oplevering van uitgaat, dat dat is toe te rekenen aan de aannemer. De aannemer kan daaraan ontkomen door aannemelijk te maken dat het gebrek het gevolg is van een omstandigheid die voor rekening van opdrachtgever komt. De bewijslast wordt dus omgekeerd. Een ongenuanceerde regeling die heel oneerlijk kan uitpakken.”
Weten de aannemers en toeleveranciers in de bouw wat de Wkb inhoudt en wat er op hen afkomt? Zijn ze er al mee bezig?
Maxime Verhagen: “De verschillende voorlichtingsactiviteiten van Bouwend Nederland zijn door zo’n 2500 leden bezocht. De Wet Kwaliteitsborging is dus een onderwerp dat enorm leeft bij onze achterban en actief gevolgd wordt. Dat betekent echter niet dat alle aannemers precies weten wat er op hen afkomt. Daar is meer voorlichting, training en ervaring in de praktijk voor nodig. We merken ook dat de leden van Bouwend Nederland, vaak hoofdaannemers, hun toeleveranciers benaderen over de Wkb. Het is belangrijk om de veranderingen door de Wkb met elkaar in de keten te bespreken en te implementeren.”
Hoe gaat u uw leden ondersteunen nu de wet er toch komt? Welke taken liggen er voor de belangenorganisatie?
Maxime Verhagen: “Nu de wet is aangenomen, is het de taak van onze branchevereniging om onze leden te informeren, goed voor te lichten en te helpen. Dat doen we door middel van een uitgebreide en intensieve voorlichtingscampagne waar we in september 2019 mee zijn begonnen. De voorlichtingscampagne bestaat onder andere uit een webinar, fysieke bijeenkomsten en meerdaagse trainingen. Daarnaast is een aantal collega’s op ons kantoor in Zoetermeer beschikbaar om leden te helpen met al hun vragen over de Wkb.”
“Een andere taak is zorgen dat de wet op een realistische manier ingevoerd wordt. Dat betekent dat onze leden de ruimte en de tijd moeten krijgen om hun bedrijfsvoering aan te passen op de nieuwe regelgeving en ervaring. Daarnaast zullen er voldoende kwaliteitsborgers moeten zijn en moeten onze leden de kans hebben gekregen om een proefproject onder de Wkb te ‘draaien’ zodat allereerst ervaring opgedaan kan worden in de praktijk en we daarnaast op basis van proefprojecten kunnen kijken of de wet in de praktijk werkbaar is en er geen knelpunten ontstaan door de wet.”
De controlerende rol van de gemeenten wordt door de Wkb sterk ingeperkt. Een voorbeeld van een terugtredende overheid? Wat vindt u daarvan?
Maxime Verhagen: “De vraag die je hier zou moeten stellen, is of door het beperken van de controlerende rol van gemeenten en het overhevelen van de toetsing op het bouwbesluit naar een onafhankelijke kwaliteitsborger, de kwaliteit in de bouw zal verbeteren. Dat is immers het doel van de wet. Of die kwaliteit daadwerkelijk zal verbeteren door de rol van gemeenten te beperken en een nieuwe partij toe te voegen, moeten we in de praktijk met een groot aantal proefprojecten gaan ervaren.”
Wat vindt u van het aspect toetsing in de wet? Onafhankelijke experts zouden daarvoor opgeleid moeten worden.
Maxime Verhagen: “Toetsing in de praktijk zoals in de Wkb is opgenomen, kan een bijdrage leveren aan het verhogen van de kwaliteit in de bouw. Zoals gezegd moeten we in de praktijk zien of dit ook echt goed gaat werken en tot de kwaliteitsverbetering gaat leiden die met de stelselwijziging is beoogd. Op het moment dat bevoegd gezag de toetsing niet meer gaat uitvoeren, lijkt het me evident dat de toetser onafhankelijk is met kennis van zaken en hij ook gecertificeerd is om een van de toetsinstrumenten te gebruiken. Op dit moment hebben we zo’n 250 kwaliteitsborgers, voor invoering moeten dat er volgens de vereniging voor kwaliteitsborgers zo’n 850 zijn.”
De grote maatschappelijke opgaven waar de bouw voor aan de lat staat, kunnen niet verwezenlijkt worden zonder digitalisering. © René van den Burg
Hoe ziet u de ontwikkelingen in de bouw op het gebied van digitalisering en robotisering? Zijn dat onmisbare elementen om de bouwopgave te halen?
Maxime Verhagen: “De grote maatschappelijke opgaven waar de bouw voor aan de lat staat, kunnen niet verwezenlijkt worden zonder digitalisering. Door meer te digitaliseren kan er betere afstemming plaatsvinden in de keten, kan efficiëntie vergroot worden, hebben we minder kans op fouten en het is een middel om kosten te besparen. De marges in de sector zijn over het algemeen nog erg laag.”
“Om de grote vraag naar nieuwe huizen aan te kunnen, is in de sector veel aandacht voor het doorontwikkelen van conceptueel bouwen. In de fabriek geproduceerde prefab huizen worden binnen enkele dagen ter plaatse als een pakketje in elkaar zet. Afbouw vergt daarna nog enkele dagen tijd. Geen enkel huis is hetzelfde, maar toch zijn er veel vaste processen. Conceptueel bouwen wordt daarom steeds verder verbeterd. Dit vraagt van opdrachtgevers dat bouwers in aanbestedingen meer ruimte krijgen voor innovatie. Om verder te kunnen investeren in conceptueel bouwen is een continue marktvraag essentieel.”
Kan de Wkb de digitalisering en het industrieel bouwen wellicht versnellen? Of andersom, helpt digitalisering het goed naleven van de Wkb?
Maxime Verhagen: “De inschatting is dat de Wkb een bijdrage zal leveren aan de verdere digitalisering in de bouw. De Wkb vraagt om gestructureerde opbouw van dossiers. De informatie op basis waarvan de dossiers worden samengesteld, moet door verschillende partijen worden aangeleverd. Een digitale oplossing lijkt hiervoor logisch. Dit geldt ook voor het ontwerp, de tekeningen et cetera.”
Zijn er voldoende innovatieve automatiseerders die bouwondernemers daarbij helpen?
Maxime Verhagen: “Er zijn voldoende automatiseerders die in hun eigen werkgebied nadenken en stappen zetten op het gebied van digitalisering of industrialisering. Daar zit het probleem niet. Het probleem waar de sector tegenaan loopt is dat de wereld van de ontwerp- en modelleersoftware (zoals BIM-software) moet gaan integreren met softwarepakketten uit andere domeinen, zoals stuursoftware voor machines en robots. Hiervoor zijn verschillende open standaarden in ontwikkeling, maar die worden nog onvoldoende toegepast. Deze zijn essentieel om deze werelden feilloos met elkaar te kunnen laten communiceren. Er zijn in de bouw een paar goede voorbeelden te vinden, zoals Voorbij Prefab. Deze onderneming heeft het voor elkaar gekregen een volledig geautomatiseerde fabricagelijn van prefab elementen te laten aansluiten op de gangbare BIM-software. Dit heeft enorm positieve gevolgen voor de doorlooptijd en kostprijs. Dit voorbeeld laat zien dat de techniek al zo ver is, nu nog schaalvergroting.”
Volgens Leen van Dijke, oud-Kamerlid CU en voorzitter van Stroomversnelling, heeft de Wkb een positief effect op verduurzaming in de bouw. Ook ziet hij een kwaliteitsimpuls. Hoe ziet u dat?
Maxime Verhagen: “De Wkb zegt iets over de manier waarop tijdens de bouw wordt getoetst en over de verdeling van verantwoordelijkheden tussen aannemer, kwaliteitsborger en gemeente. Het kan inderdaad zo zijn dat de Wkb gaat bijdragen aan een verbetering van de kwaliteit in de bouw. Dat zal moeten blijken uit de pilots. Het lijkt lastig om op voorhand te stellen dat de Wkb een positief effect heeft op verduurzaming. Zoals Van Dijke ook aangeeft is duurzaam bouwen ‘hot’. Dat komt met name omdat het kabinet actief bezig is met het Klimaatakkoord, waar Bouwend Nederland overigens actief aan deelneemt, en maatregelen als de gasloze nieuwbouw. De Wkb moet eraan bijdragen dat de gegeven opdracht voor een woning of renovatie ook volgens die opdracht en het bouwbesluit wordt uitgevoerd. Op het moment dat in de verstrekte opdracht of het bouwbesluit niet extra wordt ingezet op verduurzaming is het positieve effect daarop niet vanzelfsprekend.”
“Daarnaast moet de innovatie in de bouw voortkomen uit de winsten die bedrijven maken. Die zijn nog steeds mager en kunnen zomaar mager blijven gezien de ontwikkelingen op het PFAS en PAS-dossier. De Wkb zal zeker net na invoering kostenverhogend werken door de toenemende administratieve lasten voor bedrijven, het gebrek aan de zekerheid van de daling van faalkosten en de onzekerheid bij gemeenten over de daling van leges. Het lijkt kortom waarschijnlijk dat nieuwbouw door de Wkb duurder wordt voor de eindgebruiker terwijl de toename van bouwkwaliteit onzeker is.”
Jos Cortenraad is tekstschrijver bij BCcommunicatie.