Op maandag 15 januari worden de transitie-agenda’s die behoren tot het Grondstoffenakkoord gepresenteerd. Dit akkoord is vorig jaar ondertekend door een groot aantal organisaties om de overgang naar een circulaire economie te versnellen. Voor vijf ketens en sectoren, biomassa en voedsel, kunststoffen, de maakindustrie, de bouw en consumptiegoederen, zijn transitie-teams aan de slag gegaan om de agenda’s op te stellen, waarin een stip op de horizon wordt gezet.
NEN is de afgelopen maanden ook intensief bezig geweest met het thema circulaire economie voor de verschillende sectoren, waaronder de bouwsector. Middels een enquête en tijdens een aantal workshops is input verkregen door een breed spectrum van spelers in de bouwketen, zoals architecten en adviseurs, bouwbedrijven en opdrachtgevers voor bouwwerken. Allen geven aan behoefte te hebben aan eenduidige kaders voor circulariteit. Wat verstaan we eigenlijk onder een circulaire bouw? Hoe stel je vervolgens vast of een gebouw circulair is en welke informatie is nodig met het oog op toekomstig hergebruik? Als dit duidelijk is, kan circulariteit meegenomen gaan worden in het gehele bouwproces: ontwerp, aanbesteding, bouw, gebruik en uiteindelijk de ontmanteling van een gebouw.
Technische afspraken
Parallel zijn technische afspraken nodig die de kwaliteitseigenschappen van herbruikbare bouwelementen en -producten beschrijven. Daarbij rijst de vraag in welke mate een uitkomend element of product geschikt is voor hergebruik in een gelijkwaardige toepassing. En wie garandeert de kwaliteit? Er is een traject gestart om te onderzoeken of en hoe bestaande productnormen aangepast kunnen worden zodat hergebruik op een veilige en verantwoorde wijze kan plaatsvinden.
In 2018 starten nieuwe normalisatietrajecten op het gebied van circulair bouwen. Op de website van NEN is te bekijken welke dat zijn.
Lees meer over dit onderwerp: Circulair denken, circulair doen: dé nieuwe norm en BNA ondertekent Grondstoffenakkoord.