Volop aandacht voor AEC op Autodesk University

Volop aandacht voor AEC op Autodesk University

Productreleases en overname bekendgemaakt

 

Net als elk ander groot event werd Autodesk University (AU) dit jaar volledig online gehouden. Dat weerhield organisator Autodesk er echter niet van om een volledig programma te draaien én bovendien uit te pakken met nieuws en productaankondigingen. Van 16 tot en met 20 november 2020 kwamen dan ook alle gebruikelijke AU-ingrediënten aan bod, van keynotes en praktijkverhalen tot productaankondigingen en hands-on trainingen. 

Door Lambert-Jan Koops

Autodesk CEO Andrew Anagnost: “Het werken met losse bestanden zal in de toekomst verdwijnen dankzij informatie-uitwisseling met API’s.”

Autodesk CEO Andrew Anagnost opende de AU-conferentie en ging daarbij vanzelfsprekend ook in op de moeilijkheden die de industrie het afgelopen jaar heeft moeten overwinnen. Hij zag echter vooral ook kansen voor de AEC-industrie: “De detailhandel is dan misschien wel wat stilgevallen, maar er is ontzettend veel groei te zien op het gebied van gezondheidszorg en infrastructuur. Het is niet zozeer dat er geen vraag meer is naar producten of diensten, het is meer dat de vraag erg abrupt is veranderd. Onder invloed van social distancing zijn investeringen in off-site bouwmethoden dan ook toegenomen, om zo te waarborgen dat mensen veilig kunnen werken en projecten zonder risico zijn uit te voeren.”

Autodesk Construction Cloud
Anagnost zag dus duidelijk nog kansen en mogelijkheden voor de industrie en dan ook met name voor de bouw en inframarkt. Wellicht niet geheel toevallig deed Autodesk tijdens de AU ook een grote aankondiging voor deze gebruikersgroep door nieuwe producten te presenteren voor de Autodesk Construction Cloud: Autodesk Build, Autodesk Quantify en Autodesk BIM Collaborate. Deze pakketten zijn gebouwd op een uniform platform en een gemeenschappelijke data-omgeving en kunnen zo een bouwbeheerplatform vormen met alle gegevens op één centrale locatie. Dit moet dan volgens Autodesk de samenwerking tussen partijen vereenvoudigen, het anticiperen op projectwijzigingen vergemakkelijken en organisatorische verbeteringen mogelijk maken dankzij datagestuurd beheer.
Autodesk Build bevat functionaliteit van PlanGrid en BIM 360 met enkele extra opties, zodat hiermee een veld- en projectbeheeroplossing ontstaat. Zo bevat Build ook de mobiele PlanGrid Build-app met mogelijkheden voor veldwerkers. Autodesk Quantify is voorzien van functies om hoeveelhedenbepalingen in 2D en 3D te automatiseren. Het is daarbij bedoeld voor een 3D-omgeving, maar er is rekening gehouden met gebruikers die net zijn overgestapt van 2D naar 3D of nog steeds in een 2D-omgeving werken. Autodesk BIM Collaborate stelt projectteams in staat om de ontwerpintentie af te stemmen en uit te voeren, omdat het functionaliteit bevat voor ontwerpsamenwerking en coördinatieworkflow.

Alles met elkaar verbinden
Als onderdeel van het Autodesk Construction Cloud-platform worden alle drie de nieuwe producten ondersteund door Autodesk Docs, Insights en Administration. Autodesk Docs ondersteunt daarbij de gemeenschappelijke gegevensomgeving met gecentraliseerd documentbeheer. Insights levert analyses van de verzamelde en geanalyseerde gegevens en biedt daarbij de mogelijkheid om die gegevens te exporteren. Voor Administration geldt dat het gecentraliseerd gebruikersbeheer biedt. Daarnaast bevat het tools voor het uitgeven van machtigingen en algemene functies voor het opzetten van projecten.
“Voor de bouw is het onze visie dat we werkelijk alles met elkaar willen verbinden, van de allereerste conceptuele ontwerpfase tot het uiteindelijke beheer”, zo stelde Anagnost in zijn commentaar op de nieuwe productreleases. “Met Autodesk Construction Cloud en vooral ook met de uitrol van Autodesk Build gebruiken we alle technologie die we hebben op één platform: Autodesk Docs. Dat is de kern, want alles hangt aan dat platform. Zo zijn onze mobiele mogelijkheden afkomstig van PlanGrid, de makers van mobiele applicaties. Het is die PlanGrid-technologie die we nu inzetten in dit nieuwe platform.”

Autodesk Tandem is bedoeld voor het creëren van digitale twins van gebouwen en andere assets.

Tandem voor digitale tweelingen
Met de aankondigingen voor Autodesk Construction Cloud was de koek nog niet op voor de AEC-industrie, want tijdens AU werd ook nog eens de digital-twinsoftware Autodesk Tandem aangekondigd. Dit pakket brengt alle projectmodellen op één platform samen en voegt daar de metadata voor elke asset aan toe. Architecten, ingenieurs en aannemers kunnen de overdracht volledig ondersteunen, waardoor de eigenaren/operators een functionele digitale tweeling van het uiteindelijke bezit kunnen krijgen.
Autodesk Tandem moet dus de brug slaan tussen de digitale en de echte wereld en moet het de gebruiker dus mogelijk maken om een up-to-date digitale tweeling bij te houden, die operationeel inzicht geeft in een gebouw, brug of welke constructie dan ook. Dat is dan inclusief de prestaties van de componenten van deze assets, zodat ook monitoring mogelijk is van bijvoorbeeld verwarmings- en koelsystemen, roltrappen en elektrische systemen.
Het idee achter Tandem is dus vooral dat het een informatiehub wordt. Autodesk meent dat asset data nog steeds vaak ongeorganiseerd zijn en vaak niet goed of zelfs helemaal niet worden gebruikt na de oplevering van een project. Dat is een gemiste kans aangezien bijna tachtig procent van de levenslange waarde van een bedrijfsmiddel wordt gerealiseerd in de bedrijfsvoering. “Als de waardevolle informatie die tijdens de ontwerp- tot en met de bouwfase is gecreëerd, bij overdracht verdwijnt, verliezen met name de eigenaren geld”, stelt Nicolas Mangon, vicepresident AEC Business Strategy bij Autodesk dan ook. “Autodesk Tandem is dan ook speciaal bedoeld voor eigenaren en operators, zodat ze weloverwogen beslissingen kunnen nemen om de prestaties van hun assets te verbeteren.”

Spacemaker
Autodesk kondigde naast de nieuwe software ook nog de overname aan van Spacemaker, een bedrijf dat gespecialiseerd is in generatieve ontwerptools en oplossingen voor architectuur en planning. Dankzij machine learning kunnen architecten en planners met de software van Spacemaker ontwerpalternatieven bekijken op basis van uiteenlopende criteria. Het gaat daarbij vooral om indelingsalternatieven: het vinden van de optimale configuratie van gebouwen en infrastructuur binnen een bepaald gebied. Daarmee lijkt het een beetje op de nesting-software voor CNC-machines, waarbij een pakket bepaald hoe er bij het snijden van platen het minste materiaal verloren gaat. Het verschil is natuurlijk dat een terrein veel complexer is en er allerlei factoren zijn die van invloed zijn op de optimale indeling, variërend van het terrein zelf tot windinvloeden en verkeersroutes.

API als toekomst
Naast al die aandacht voor de nieuw gelanceerde software en de bijbehorende functionaliteit kwam er ook nog een interessant statement van Anagnost over de toekomst van software in het algemeen. Die riep de aanwezigen op om toch vooral te wennen aan het idee dat losse bestanden niet lang meer relevant zullen zijn. “Het werken met bestanden is vandaag de dag nog wel logisch, maar het wordt steeds meer duidelijk dat losse bestanden geen toekomst hebben. Waar het om gaat is dat we niet langer denken in bestanden, maar dat we begrijpen dat we relevante informatie moeten communiceren. Die informatie is geen bestand, maar bevindt zich op een ander, meer gedetailleerd niveau. En ook al doen we er alles aan om alle soorten bestandsformaten samen te brengen en er zo voor te zorgen dat alle data beschikbaar komen voor eindgebruikers, het uitwisselen van bestanden is een beperkende factor bij de communicatie. Voor een betere data-integratie zal in de toekomst dan ook steeds meer ingezet worden op API’s, waarmee de gebruiker informatie kan ophalen die is gedefinieerd door standaarden. Ontwerpers, aannemers en ingenieurs kunnen straks dankzij de API’s communiceren, waarbij achter de schermen informatie wordt uitgewisseld. Wie echt wil, zal in de toekomst echt nog wel een bestand kunnen opslaan, maar het meeste werk zal plaatsvinden zonder dat er losse bestanden worden gebruikt.”

Website Autodesk

Delen op facebook
Facebook
Delen op linkedin
LinkedIn
Delen op twitter
Twitter
Scroll naar top