Sweco ontvangt ISO 19650-certificatie
Sweco Nederland is het eerste engineeringbedrijf in Nederland dat de ISO 19650-certificatie heeft ontvangen na een audit van zijn BIM-processen door het British Standards Institute (BSI). Cadline was nauw betrokken bij deze certificering en hielp Sweco om de werknemers, processen en documentatie op het gewenste niveau te krijgen. BIGnieuws sprak met Nick Harris, technical director bij Cadline, over het nut van certificatie in het algemeen en het verloop van dit traject in het bijzonder.
Door Lambert-Jan Koops
Cadline is een wereldwijd opererend consultancybedrijf en heeft in de loop der jaren ruime ervaring opgedaan in voornamelijk de UK met BIM. De omstandigheden waren daar ook gunstig voor, aldus Harris: “In de UK is de afgelopen jaren enorm de nadruk gelegd op een modelgecentreerde aanpak van bouwprojecten, waarbij het model in elke levensfase van de constructie een essentiële rol speelt. Het model staat niet alleen centraal tijdens het ontwerp en de uitvoering, maar ook bij het uiteindelijke gebruik, waar het de informatie levert voor assetmanagement. Door die nadruk op de modelgecentreerde aanpak, die deels ook door de overheid is opgelegd, hebben we in de UK in korte tijd heel veel geleerd over BIM. Een van de belangrijke dingen die we geleerd hebben, is dat het nuttig is om bedrijven te certificeren. Zonder certificatie gebeurt het namelijk nogal eens dat een onderneming verder claimt te zijn op BIM-gebied dan het is. Dat geeft weer allerlei problemen bij de samenwerking tussen de betrokken partijen en dat is met certificering dus te voorkomen.”
Internationaal gebruik
Inmiddels is BIM Level 2 verplicht in de UK bij projecten voor de overheid. De norm die daarbij hoort is ISO 19650, die richtlijnen bevat voor het beheer van informatie over de gehele levenscyclus van een gebouw. Begin 2019 werden de eerste twee normen gepubliceerd van de ISO 19650-serie, beide gebaseerd op de Britse normen voor informatiebeheer met behulp van BIM. De ISO 19650-normen zijn echter nadrukkelijk bedoeld voor internationaal gebruik en dus ook relevant voor de Nederlandse markt. Een reden voor Cadline om een kantoor te openen in Utrecht, zo vertelt Harris. “We wilden onze kennis over BIM die we hebben opgedaan in de UK ook naar de Nederlandse markt brengen en hier onze diensten aanbieden. Daarbij werd Sweco bijna logischerwijs onze eerste klant toen dit bedrijf de internationale standaard overwoog, omdat het ook kantoren heeft in de UK en ons dus al kende.”
Menselijke factor
Sweco doorliep met hulp van Cadline het voorbereidende traject van de certificatie. Harris denkt dat het Nederlandse ingenieursbedrijf daarbij een goede aanpak heeft gekozen door vol in te zetten op de certificatie. “Wij stellen dat bij een dergelijke overgang drie dingen essentieel zijn: technologie, processen en mensen. De eerste twee liggen voor de hand: zonder de juiste tools is het niet mogelijk om aan de eisen te voldoen en als de achterliggende workflow niet goed is geregeld, kan ook geen enkele organisatie voldoen aan de norm. De menselijke factor is echter wel minstens zo belangrijk, want om een standaard in een hele organisatie door te voeren, is het nodig dat er op alle niveaus steun is voor de verandering. Bij Sweco was het echter vanaf het begin duidelijk dat de motivatie van de betrokkenen geen probleem was. De organisatie heeft mensen, tijd en geld beschikbaar gesteld en de betrokkenen toonden hun enthousiasme door te discussiëren, mee te denken en ideeën uit te testen.”
Aanpassingen
In totaal nam het voorbereidingstraject bij Sweco bijna twee jaar in beslag. Die tijd was onder andere nodig omdat er toch wat verschillen zijn tussen de Nederlandse en de Britse markt. “Nederland heeft zijn eigen standaarden en kent een iets andere manier van werken dan de UK, dus daar moesten aanpassingen op worden uitgevoerd”, zo legt Harris uit. “Als we het nu opnieuw zouden moeten doen met dezelfde mensen, zou het natuurlijk veel sneller gaan en voor andere organisaties geldt ook dat ze er niet per se zo veel tijd aan kwijt hoeven te zijn, maar dat hangt ook weer van het BIM-niveau af waar ze al op zitten.”
De inspanningen van Cadline en Sweco zorgden ervoor dat deze laatste de eerste Nederlandse engineeringorganisatie was die de ISO 19650-certificatie kon ontvangen sinds de introductie van het certificaat in december 2018.
Het bedrijf heeft het certificatieproject gebruikt als katalysator voor het aanpassen en standaardiseren van de manier waarop projectinformatie wordt gedeeld en beheerd, met behulp van een centraal informatiemodel. Alle ontwerpen en projecten binnen Sweco worden nu digitaal opgezet, uitgevoerd door geïntegreerde multidisciplinaire teams en uniform opgeleverd. Harris: “Het is mooi om te zien dat er veel veranderd is bij Sweco en dat we daar ook een belangrijke bijdrage aan hebben kunnen leveren. Naast bijvoorbeeld de ondersteuning voor het opleveren van BIM-projecten, hebben we in samenwerking met John Jansson, hoofd Techniek bij Sweco, ook specifieke werkmethoden uitgewerkt voor procesdocumentatie en het opzetten van een zogenaamd Common Data Environment. Met het verkrijgen van de certificatie is Sweco een pionier op BIM-gebied geworden die niet alleen de eigen processen nu verbeterd heeft, maar ook beter en duidelijker kan communiceren met zijn klanten en de eigen supply chain.”
BIM Levels
Er zijn vier zogenaamde BIM Levels te onderscheiden. Hier de Nederlandse omschrijving van deze BIM Levels zoals gegeven door de Bouw Informatie Raad.
Level 0 Documentgeoriënteerd
Er wordt gewerkt met teksten, lijnen en bogen. Deze worden digitaal verwerkt op documentniveau, bijvoorbeeld als tekeningen in CAD-programmatuur of als calculaties in Excel. Het betreft ‘niet-intelligente’ informatie, er worden geen digitale objecten toegepast. Op het formele overdrachtsmoment vindt vooral uitwisseling van papieren tekeningen en documenten plaats.
Level 1 Objectgeoriënteerd
De eerste stap in de implementatie van BIM is het werken met objecten. Dit wordt vaak geassocieerd met het werken met 3D-objecten die in een ontwerpprogramma in een virtuele omgeving worden geplaatst. 3D is echter geen uitgangspunt. Ook 2D-objecten zijn mogelijk en zelfs objecten zonder enkele geometrische beschrijving. Kenmerkend voor dit level is de toepassing van eenduidige objecten waaraan informatie (intelligentie) is te koppelen. Er is in dit level geen sprake van integratie tussen verschillende disciplines of aspecten. Dus nog geen koppeling van het 3D-model met bijvoorbeeld financiële calculatie of planningssoftware.
Level 2 Samengevoegd
Op dit level is het mogelijk om de in Level 1 opgebouwde objectmodellen te delen. Er wordt samengewerkt op basis van een federatie (verzameling autonome) databases: ieder heeft zijn eigen model; al deze modellen worden gecombineerd in één viewmodel om bestandgebaseerd samen te werken aan een project. Ook toepassingen als planning (4D) en kostencalculaties (5D) zijn aan het model te koppelen. De partijen die de informatie delen bevinden zich veelal binnen één controleer- of beheersbare organisatie-eenheid.
Level 3 Geïntegreerd, levenscyclus
Dit is het BIM Level waarbij informatie tussen verschillende (on)bekende partijen – dus niet alleen binnen één organisatie-eenheid – wordt gedeeld via inter-operabele Open BIM-standaarden. Dit kan bijvoorbeeld in een geïntegreerde webservicesomgeving. Er wordt niet meer bestandgebaseerd uitgewisseld, maar objectgebaseerd. Het bouwproces is volledig geïntegreerd in de keten. Aan het eind van Level 3 wordt informatie gedeeld over de lifecycle in de geïntegreerde omgeving. Hierbij is er een sterke relatie met facility- en assetmanagement.