Aeroscan ondersteunt het volledig digitaal vastleggen van vastgoed in een 3D–database door het leveren van scanservices en een softwaretoepassing om vervolgens die gegevens te kunnen verwerken volgens de NEN 2767, zo luidt de officiële omschrijving van de activiteiten door het bedrijf zelf. Die definitie klinkt voor een buitenstaander misschien nog wat droog, maar levert wel spectaculaire projecten op, zoals het maken van een 3D-model van Utrecht Centraal met behulp van drones. Mark Nicolai, een van de oprichters van Aeroscan, vertelt over de werkzaamheden en de visie van deze in Friesland gevestigde onderneming.
“Met Aeroscan richten we ons op de inzet van drones en sensoren in de bouw en vastgoed, waarbij we 2D- en 3D-mapping doen. Dat betekent dat we digitale metingen van een gebouw maken en op basis daarvan bijvoorbeeld kwaliteits- en maatvoeringcontroles uitvoeren en data ten behoeve van onderhoudsvraagstukken aanleveren.
Het grote voordeel van het gebruik van drones is daarbij natuurlijk dat we op plekken kunnen komen die normaliter onveilig of nauwelijks te bereiken zijn, terwijl we ook nog eens zeer efficiënt en nauwkeurig gegevens kunnen verzamelen”, zo vertelt Nicolai. Aeroscan is opgericht in 2017, een moment dat de tijd eigenlijk nog niet rijp was voor de diensten die het bedrijf aanbiedt.
Door de ontwikkelingen op het gebied van technologie en regelgeving is dat inmiddels wel anders en tegenwoordig werkt het bedrijf als dienstverlener op de scheidslijn van maatvoering en inspecties. Niet alleen voor een opdrachtgever als de NS, maar vooral ook voor woningcorporaties en andere grote vastgoedbeheerders die de gebouwgegevens willen vastleggen of controleren.
“De kracht van ons werk zit in de mogelijkheid om gegevens te combineren”, zo meent Nicolai. “We scannen de objecten met lasers en realiseren tegelijkertijd een volledig fotografische dekking. Als vervolgens die data worden samengevoegd, is alle detailinformatie beschikbaar voor inspectie, die tot op de millimeter kan worden uitgevoerd. Belangrijk is dat we hierbij kunnen werken op verschillende schaalgroottes. We brengen niet alleen geschikte grote objecten in kaart, zoals een flat of een stationshal, maar kunnen opschalen tot complete woonwijken.”
Van data naar MJOP
Met alleen het combineren van foto´s en pointcloud-data zijn veel vastgoedbeheerders er nog niet en daarom is bij Aeroscan het ontwikkelen van ondersteunende software wel net zo belangrijk als het inwinnen van as-built data. “In de eerste plaats is het belangrijk dat we functionaliteit bieden die stakeholders in staat stelt om inspecties en metingen uit te voeren vanachter hun bureau. Door alle data te georefereren kunnen er geen misverstanden zijn over de locatie van de verschillende objecten en dankzij de bijbehorende foto´s is ook duidelijk in welke staat ze zich bevinden. Dat is belangrijk, maar maakt onze dienstverlening nog niet veel anders dan die van onze concullega´s.
Uniek is dat onze software ook in staat is om de gezamenlijke informatie uit GIS, de foto’s en pointclouds om te zetten naar een meerjarenonderhoudsplan, een dynamisch MJOP. Dat is mogelijk omdat veel beheerders werken met een conditiescore voor objecten en op basis daarvan tot actie overgaan.
De manier waarop die scores worden bepaald, is afhankelijk van de organisatie, sommige beheerders zijn vooral geïnteresseerd in de functionele eigenschappen, voor anderen is esthetiek ook zwaarwegend, maar wat ze allemaal gemeen hebben is dat ze de score bepalen via de NEN 2767, zodat ze met één software-oplossing te vertalen zijn naar een onderhoudsplan. Deze onderhoudsinformatie wordt centraal opgeslagen in een cloud-applicatie en is eenvoudig te muteren, dit zorgt al met al voor een informatiehuishouding van hoge kwaliteit en actualiteit”
NEN 2767 centraal
Nicolai en zijn collega’s zijn sinds 2018 bezig met de ontwikkeling van de software die een brug slaat tussen ingewonnen data en MJOP’s. Daarbij zijn verschillende onderdelen van belang. Voor de visualisaties is het belangrijk dat de data correct worden gerenderd, voor de samenhang is het belangrijk dat de gegevens op de juiste manier aan elkaar worden gezet en voor de privacy is het van belang dat de inhoud goed kan worden geanonimiseerd.
“Er zitten heel veel verwerkingsfuncties in de software en tegelijkertijd moeten we ervoor zorgen dat elk onderdeel en elk beetje informatie terug te leiden is naar de bijbehorende foto, het 3D-model en een locatie”, vat Nicolai de ontwikkeluitdaging samen. “Het komt erop neer dat we een digitale workflow willen creëren waarin de NEN 2767 centraal staat, aangezien dat toch de vaste waarde is voor de partijen waar we onze diensten aanbieden. Daarnaast proberen we de software ook voor andere soorten partijen geschikt te maken, onafhankelijk van de vraag hoe ver ze zelf al zijn met de inwinning. Als ze vanaf nul moeten beginnen en ons inschakelen voor het maken van de luchtfoto’s kan dat natuurlijk, maar als ze door derden ingewonnen materiaal hebben, dan kan onze software daar ook mee uit de voeten.
Laat duidelijk zijn dat we niet de inspecteur zijn en adviezen geven, we leveren deze techniek aan de inspecteur om zijn adviezen completer/accurater te maken. Zodoende levert de inspecteur meer waarde richting de opdrachtgevers.”
Groot en complex project
Alhoewel de ontwikkeling van de software veel aandacht vraagt binnen Aeroscan, gaat dit niet ten koste van de uitvoering van projecten, zoals de werkzaamheden rondom Utrecht Centraal. Het feit dat de opdracht voor de NS een behoorlijke doorlooptijd kent, is namelijk te wijten aan het feit dat het een groot en complex project is op een bijzondere plek, zo stelt Nicolai. “Het was om te beginnen al bijzonder dat we een onbemand systeem boven zo’n druk infrastructuurpunt wilden in[1]zetten, dus de vergunningsaanvraag had al heel wat voeten in de aarde.
Vervolgens is het project ook nog eens erg arbeidsintensief, aangezien de gebruikte materialen van het stationsgebied zich niet echt goed lenen voor laserscanning en fotogrammetrie. Er is veel glas en er zijn grote, glanzende oppervlakken aanwezig, typisch zaken die lastig in te meten zijn. Het is wel goed gegaan, maar het kost gewoon wat extra tijd en moeite. De laatste factor die verantwoordelijk was voor een lange doorlooptijd, is het feit dat we echt een enorm gebied in kaart brengen. De pointcloud die we bouwen op basis van de laserscan- en fotogrammetrische data bevat zo’n 20 miljard punten, wat echt waanzinnig veel is.
We hebben onze softwareapplicatie moeten doorontwikkelen om deze grote hoeveelheid punten te faciliteren.” De enorme omvang van de pointcloud is geen bottleneck gebleken en de NS heeft dan ook de ambitie om hier verder mee te gaan. “Momenteel wordt er gekeken op welke manier de digital twin van het station te voeden is met realtime sensordata”, zo weet Nicolai. “De NS wil in samenwerking met Esri op die manier het assetmanagement stroomlijnen. Een dergelijke digital twin met live feed is echt heel interessant en ook een serieuze stap voor de toepassing van dit soort systemen. Ik denk dat het echt een voorbeeldproject kan worden voor alle partijen die geïnteresseerd zijn in de toepassing van deze techniek.”