Onlangs publiceerde Capgemini het rapport ‘Trends in de Leefomgeving’. Dit rapport bevat onder meer interviews met belanghebbenden uit de geosector. In het rapport wordt gewezen op ontwikkelingen die een rol spelen bij de implementatie van de Omgevingswet waaraan momenteel wordt gewerkt.
Door Remco Takken
Het doel van de toekomstige Omgevingswet is om een impuls te geven aan de economisch, sociaal en ecologisch duurzame ontwikkeling van onze leefomgeving. De invoering van de Omgevingswet moet onder andere leiden tot minder (landelijke) regeldruk en meer lokale beslissingsruimte. De invoering van de Omgevingswet kent verschillende dimensies, waaronder een politieke, bestuurlijke en maatschappelijke, maar heeft ook invloed op de manier waarop technologie ingezet kan en moet worden in de dienstverleningsketen. Niet alleen om aan te sluiten bij de toenemende verwachtingen van burgers, bedrijven en ambtenaren over de wijze van interactie en transactie, maar ook om bijvoorbeeld in de uitvoering slim gebruik te maken van alle data die beschikbaar komen. Het is hier dat de rol van geo-informatie wordt gepositioneerd bij het denken en ontwikkelen van de Omgevingswet. Capgemini belicht daarnaast ook zelflerende systemen, 3D, linked data, analytical processing en Blockchain, en combinaties van deze technologieën en hun toepassingsgebieden. Het rapport komt onder meer tot de volgende conclusies: “Veel is nu al mogelijk en technologische ontwikkelingen gaan steeds sneller. De werkelijkheid krijgt steeds meer een digitale en virtuele tegenhanger. Technologie alleen is geen garantie voor het realiseren van innovatie.”
Geo-informatie
De begrippen GIS en BIM worden in het rapport als volgt omschreven: “Met een Geografisch InformatieSysteem (GIS) kunnen ruimtelijke gegevens worden opgeslagen, beheerd, bewerkt, geanalyseerd, geïntegreerd en gepresenteerd. Building Information Modelling (BIM) is een digitale representatie van alle fysieke en functionele kenmerken van een gebouw of object en dient als een betrouwbare basis voor het nemen van besluiten tijdens de gehele levenscyclus van het object. Deze systemen bieden de mogelijkheid om informatie over objecten of regels op een locatie te plotten. Verder is het mogelijk om effecten van ingrepen op de leefomgeving te visualiseren en te berekenen; bijvoorbeeld aan de impact van een gebouw op zonlicht, wind, blikvelden in zijn omgeving of het effect op een bouwconstructie als de kozijnen vergroot worden of er een extra muur geplaatst wordt.”
Rob van de Velde, directeur van Geonovum, benadrukt het belang van de feitelijkheid van de gebruikte gegevens. Hij wordt letterlijk geciteerd met de woorden: “Het streven van de Omgevingswet is dat iedereen dezelfde gedeelde informatiepositie heeft, de paradox die dit met zich meebrengt is dat standaardisatie tot op het detail moet kloppen.”
De wereld in 3D
Met de steeds beter en sneller wordende methodes voor data-inwinning blijft ook de hoeveelheid 3D-informatie groeien. Daar komt nog iets bij, volgens Capgemini. “In toenemende mate groeien de BIM- en GIS-wereld naar elkaar toe, zodat de informatie uit beide systemen met elkaar gecombineerd kan worden.” Daar zijn echter wel kanttekeningen bij te plaatsen, realiseert ook Capgemini zich: standaardisatie en integratie van de GIS- en BIM-wereld vergt de doorontwikkeling van relevante standaarden. De verwerking en analyse van grote hoeveelheden data stellen ook hoge eisen aan rekenkracht en capaciteit van de onderliggende infrastructuur. Het bouwen van dynamische digitale modellen vergt samenwerking van ingenieurs die verstand hebben van operatie en onderhoud met IT-professionals en data-scientists die modellen kunnen bouwen. Daarnaast doemt er een geheel nieuwe wereld op uit gegevens die uit de modernste sensoren rollen. “Dankzij deze sensoren is het namelijk mogelijk een ‘Digital Twin’ te ontwikkelen van een gebied of object, en met behulp van deze digitale kopie de levenscyclus van het object real time te monitoren en te beheren of om inzichtelijk te maken welk effect bepaalde handelingen of investeringen hebben.”Capgemini stelt tot slot: “De verwachting is dat de komende tien jaar Digital Twins met name gebruikt worden daar waar de kosten/baten en risico’s voor de operatie deze aantrekkelijk maken.
Impactanalyses
Over Digital Twins stelt Capgemini verderop in zijn rapport: “Op basis hiervan kunnen impactanalyses uitgevoerd worden, scenario’s verkend worden, trendanalyses gemaakt worden, inzicht geboden worden over de kwaliteit van de omgevingswaarden en meer. Een basis waarmee de overheid in staat wordt gesteld om haar dienstverlening te verbeteren, haar eigen processen efficiënter vorm te geven, maar ook om nieuwe diensten te ontwikkelen richting burgers en bedrijven. Zo kan de overheid op basis van beschikbare informatie en de daaraan ontleende kennis, veel pro-actiever acteren richting de initiatiefnemers en belanghebbenden. Tegelijkertijd staat deze digitale werkelijkheid ten dienste van de overheid zelf, om zo haar processen op het gebied van de leefomgeving verder te optimaliseren en efficiënter vorm te geven.”
Virtual Reality
Ook voor Virtual Reality (VR) en Augmented Reality zou plaats zijn in de Omgevingswet. VR is een door een computer gegenereerde 3D-omgeving die geschikt is voor simulaties doordat de ‘echte wereld’ virtueel wordt ervaren. Het biedt de mogelijkheid om plannen voor realisatie te ervaren in een gesimuleerde omgeving. In combinatie met 3D-gegevens uit GIS- en BIM-systemen zou Virtual Reality ‘kansrijk’ zijn om meerwaarde te bieden, aldus Capgemini. Ook hier is er nog enig voorbehoud. Door krachtigere computers, betere toegang tot 3D-data en laagdrempeliger toegang tot VR-werelden (met bijvoorbeeld behulp van een smartphone) wordt VR in de toekomst breder inzetbaar. Verder vergt het een grote investering om VR-werelden te maken vanwege de modelleringsinspanning die nodig is. Op termijn zal het (dynamisch) genereren van 3D- en virtuele modellen uit ingewonnen of beschikbare data mogelijk worden, zo verwacht Capgemini.
Augmented Reality
Augmented Reality (AR) biedt een digitaal verrijkt beeld dat als laag over de werkelijke wereld geprojecteerd wordt. AR gebruikt daarbij informatie uit meerdere bronnen en sensoren. Meestal worden hierbij apparaten gebruikt om digitale informatie over visuele informatie uit de fysieke wereld te projecteren. Het is een krachtige en laagdrempelige toepassing om niet-zichtbare informatie te tonen in de fysieke wereld, zoals huizenprijzen of ondergrondse leidingen. Bovendien kan het als communicatiemiddel dienen om inzichtelijk te maken wat het effect is van een geplande ontwikkeling op de fysieke locatie zelf. Volgens het rapport kan AR grote impact hebben in omgevingen waar visualisatie van informatie een rol speelt. “Met AR kan de brug geslagen worden tussen de virtuele wereld en de fysieke wereld, toepassingen als Pokemon Go zullen groeien. Ook buiten de gaming industrie.” Wederom geldt hier dat AR-toepassingen nog veel rekenkracht vragen en veel batterijcapaciteit trekt, wat toepassingen op handhelds en smartphones nog beperkt.
Esri GIS Conferentie
GIS-leverancier Esri Nederland nodigde Capgemini op 21 september uit voor een Expert Round Table tijdens de GIS Conferentie. Dit naar aanleiding van het verschenen trendrapport over de Omgevingswet. Gevraagd werd naar de aanbevelingen van betrokkenen uit de GIS-wereld. Uit de discussies die volgden, waren visies te destilleren die vaker opduiken in de geo-wereld. Zo werd de opstellers van de Omgevingswet op het hart gedrukt na te denken over de kwaliteit van de te gebruiken data. Als klinkend voorbeeld werd de rammelende uniformiteit van de onlangs gerealiseerde Basisregistratie Grootschalige Topografie genoemd.
Ook werd er gewezen op het gevaar van ál te technische tools en de schijntoegankelijkheid van datasets waarmee leken zich geen raad weten. Wanneer dit soort overheidswebsites niet door een ‘gewone burger’ gehanteerd kunnen worden, worden ze uiteindelijk ook niet gebruikt.Anderen waren optimistischer. Zij zagen grote mogelijkheden in het ontsluiten van 3D-data in combinatie met omgevingsinformatie. Fouten in de gepresenteerde data kunnen juist met hulp van de participerende burger gaandeweg worden gecorrigeerd. Een medewerker van Esri benadrukte om vooral de eindgebruiker scherp in het vizier te houden bij ieder digitaal initiatief dat ‘naar buiten’ gericht is.