ProRail verzamelt veel gegevens van rollend materieel via hun Wayside Train Monitoring Systems (WTMS). De spoorbeheerder roept de spoorsector op om gebruik te maken van de ‘schat aan gegevens’ en deze te analyseren.
Productmanager Materieelimpact Juliette van Driel van ProRail zegt dan ook: “Ons bericht naar de spoorsector is: we hebben mooie data, doe er je voordeel mee.”Van Driel is al vijf jaar productmanager Materieelimpact bij ProRail. In deze rol is ze verantwoordelijk voor de ‘wayside train monitoring systems’ (WTMS). “ProRail maakt gebruik van twee WTMS-systemen: Hotbox-detectie en en Wheel Impact Load Detection (WILD),” zegt Van Driel. “De een meet temperaturen van assen en wielen en de ander gewichten van de treinen.”
Aan de meetgegevens wordt een treinnummer toegekend, zodat ProRail kan bepalen welke vervoerder met een bepaalde trein gereden heeft. Als een vervoerder haar materieel voorzien heeft van RFID-tags (Radio Frequency Identification), kunnen metingen direct aan rollend materieel worden gekoppeld. “Door deze combinatie kan er bijvoorbeeld precies worden herleid welke trein schade heeft, tot op het specifieke wiel. Zo kunnen vervoerders eventueel een trein van het spoor afhalen en grote problemen voorkomen.”
Het WILD-systeem voor gewicht-metingen bestaat uit sensoren in en op spoorstaven die op 43 strategische plekken op het spoornetwerk zijn geplaatst. Ze meten daardoor 95 procent van alle treinbewegingen. Dit geeft de spoorbeheerder de mogelijkheid om heel veel data te verzamelen, bewaren en analyseren.
Zorgplicht
ProRail deelt de data ook met de desbetreffende vervoerders en andere betrokken partijen gedeeld. Dat is de zorgplicht van ProRail. Maar ze worden ook beschikbaar gesteld voor studies door andere partijen zoals universiteiten, onderzoeksinstituten of ingenieursbureaus. De gegevens zijn wel geanonimiseerd: niemand kan zien over welke specifieke vervoerder de informatie gaat. Het uitgangspunt van ProRail is: iedereen kan alle data krijgen om onderzoek mee te doen, mits de onderzoeken nuttig zijn en op voorwaarde dat de resultaten met de branche gedeeld wordt.
Er zijn allerlei verschillende onderzoeken te bedenken waarbij deze informatie van pas kan komen, zegt Van Driel: “Onderzoek bijvoorbeeld hoe een spoorsysteem werkt, of bij welke waarden schade wordt veroorzaakt aan het materieel of het spoor. En deel die kennis dan ook.” Maar dit loopt nog niet zo hard, zegt Van Driel. “Dit zijn dan ook complexe onderzoeken waarbij je veel verschillende data nodig hebt. We zijn hier nu ongeveer drie tot vier jaar mee bezig, maar het is net een trein, die langzaam op gang komt.”
Preventie
Het analyseren van data draagt bij aan een belangrijk doel van ProRail: preventie van ongelukken en hinder. Er rijden steeds meer treinen over het spoor. Zeker op de tracés waar Programma Hoogfrequent Spoor (PHS) wordt gereden, zoals de A2-corridor van Amsterdam naar Eindhoven. Daar rijden sinds december 2017 zes intercity’s per uur.
Als het spoor kan worden opgeknapt voordat de defecten groot worden, hoeft er minder vaak en vooral minder lang onderhoud aan het spoor worden uitgevoerd. Daardoor duren buitendienststellingen korter en kan het treinverkeer zoveel mogelijk gewoon doorgaan. En dat is alleen maar voordeliger voor reizigers, spoorgoederenvervoerders en passagiersvervoerders. Niet alleen om het vervoer dan soepeler door kan gaan en het spoorvervoer betrouwbaarder wordt, maar ook omdat dit gewoon veel geld in onderhoud kan schelen.
Intelligent Rail Summit
Tijdens de Intelligent Rail Summit 2018 in Malmo, Zweden, die wordt gehouden tussen 27 en 29 november 2018, vertelt Van Driel meer over ProRail’s visie met betrekking tot het verzamelen en analyseren van data dat van de WTMS komt.
Website SpoorPro
Website RailTech – Intelligent Rail Summit 2018