Pro Infra excelleert dankzij NLCS

Pro Infra excelleert dankzij NLCS

In een binnenstedelijk infrastructureel project dat snel én met minimale overlast moet plaatsvinden, is een goede planning cruciaal. En vooral: het handhaven van die planning. Dat is wat het Rijswijkse ingenieursbureau Pro Infra doet, onder meer in hartje Amsterdam. In die projectbeheersing is een belangrijke rol weggelegd voor de NLCS.

Door de redactie

Dwars door de Zuidas in Amsterdam legt nutsbedrijf Liander momenteel een 20kV-tracé aan: een middenspannings-stroomnetwerk dat vele honderden particuliere en bedrijfsaansluitingen aan het landelijke hoogspanningsnet knoopt. “Leefbaarheid en bereikbaarheid tijdens de uitvoering zijn twee belangrijke speerpunten van dit project”, vertelt Hendrik-Jaap in ’t Veld, civiel ingenieur bij Pro Infra. Pro Infra voert de directie over het project en houdt dagelijks toezicht op een goed verloop. “Het moet voor het einde van de zomervakantie afgerond zijn, in de rustigste periode van het jaar. Het is dus zaak dat we geen vertraging oplopen.”

Dezelfde taal

De partijen die het totaalproject uitvoeren, werken allemaal met de NLCS, de Nederlandse CAD-standaard voor de grond-, weg- en waterbouw. 

Volgens In ’t Veld is dat een vrijwel onmisbare voorwaarde voor goede communicatie. “Hét grote voordeel van de NLCS is de uitwisselbaarheid van tekeningen. De gemeente Amsterdam, het ingenieursbureau, de aannemer… we spreken allemaal dezelfde taal. Dat betekent dat de tekeningen die we uitwisselen direct werkbaar zijn. Bovendien verliezen we geen tijd met interpreteren en omzetten. Met andere woorden: onze tekenaar weet exact wat zijn Amsterdamse collega met dat ene lijntje bedoelt.” 

Meerwaarde bewezen

In het Zuidas-project heeft de NLCS zijn meerwaarde al meer dan eens bewezen. Bijvoorbeeld toen de aannemer die de kabelaanleg verzorgt, was uitgegaan van een oude situatietekening. Op zich logisch, ware het niet dat de bovengrondse infrastructurele situatie ‘vóór’ in dit geval niet overeenkomt met de situatie ná het project. “Dat had voor veel tijdverlies kunnen zorgen”, stelt In ’t Veld. “Maar doordat we allemaal met de NLCS werken, was dat niet het geval. We hebben het ontwerp van de toekomstige situatie opgevraagd bij de gemeente Amsterdam en hebben het naar de betreffende aannemer gestuurd. Hij kon meteen aan de slag met de tekening, zonder het risico op vertaalfouten of andere ruis op de lijn. De NLCS heeft op die manier bijgedragen aan het voorkómen van een aanzienlijke vertraging.”

Het wiel uitvinden

Pro Infra werkt nu zo’n drie jaar met de NLCS. “In de tijd dat we aan het groeien waren als kantoor, zijn we gaan zoeken naar een CAD-standaard die bij ons paste. Aanvankelijk wilden we er zelf een ontwikkelen, totdat we steeds meer opdrachtgevers over die nieuwe landelijke standaard hoorden: de NLCS. Voor ons was het een prima oplossing. We hoefden zelf het wiel niet uit te vinden én we zouden meteen tegemoetkomen aan de wensen van opdrachtgevers. Achteraf bleek het een juiste beslissing, want steeds meer partijen hebben intussen de NLCS als standaard aangenomen.”

Hendrik-Jaap in ’t Veld, civiel ingenieur bij Pro Infra: “Hét grote voordeel van de NLCS is de uitwisselbaarheid van tekeningen. De gemeente Amsterdam, het ingenieursbureau, de aannemer… we spreken allemaal dezelfde taal.”

Bruikbare standaard

“Wat mij betreft zijn er twee grote voordelen van het werken met de NLCS”, vervolgt In ’t Veld. “Allereerst is het een ontzettend uitgebreide, complete tekenstandaard. Alles zit erin, voor de GWW-sector is het een heel bruikbare standaard. Daarbovenop komt de uitwisselbaarheid: het is geen bedrijfsstandaard, maar een universele. Voorheen kregen we vaak tekeningen die we eerst moesten doorgronden en omzetten naar onze eigen standaard. Dat kost veel tijd én er ging informatie verloren. Het opleveren of aangeleverd krijgen van stukken verloopt nu een stuk efficiënter. Je kunt meteen aan de slag met de inhoud.”

Goede software

Even wennen was het echter wel, zo vertelt In ’t Veld, vooral voor collega’s die gehecht waren aan een andere standaard. “Daarom hebben we het meteen goed aangepakt. Bijvoorbeeld door direct te investeren in een applicatie die goed aansluit op de NLCS. In ons geval was dat InfraCAD, software van CAD Accent uit Oss. We kenden de software al: we gebruikten InfraCAD al langer voor het omzetten van KLIC-meldingen. Al snel nadat we wat dieper in de mogelijkheden van InfraCAD waren gedoken, ontdekten we dat het ook heel werkbare software is voor het omgaan met de NLCS. Er is goed over nagedacht en de software is uitstekend uitgewerkt.”

Prettige tools

Met name de geautomatiseerde handelingen van InfraCAD spreken In ’t Veld aan. “Die maken ons werk een stuk gemakkelijker. Legenda’s maken, het in tekeningen verwerken van eigen foto’s, het omzetten van KLIC-meldingen enzovoorts: het zijn allemaal heel prettige tools. Ook fijn zijn functionaliteiten als de geavanceerde zoekfunctie, het inzetten van laatst gebruikte standaarden en het toewijzen van favorieten, om er maar een paar te noemen. Bovendien kun je de bibliotheek aanvullen met je eigen items. Op die manier werk je volgens de NLCS, maar kun je je tekeningen toch een eigen stijl meegeven. Al met al kan ik alleen maar concluderen dat de InfraCAD-software het gebruik van de NLCS heel goed ondersteunt.”

Genoeg potentie

Een toekomstvisie over de NLCS vindt In ’t Veld moeilijk te geven. Maar dat de standaard potentie heeft, is evident. “Wat ik hoop, is dat de NLCS een universele standaard wordt, waarvan het vanzelfsprekend is dat partijen in de GWW-sector hem gebruiken. Ik schat dat op dit moment ongeveer de helft van onze partners met de NLCS werkt. Het zou heel mooi zijn als we allemaal, ongeacht met welke partner je samenwerkt, gebruikmaken van dezelfde standaard. Dan zouden we met z’n allen een stuk efficiënter en prettiger kunnen werken. We werken er nu een aantal jaren mee en we constateren dat de standaard sinds de invoering al een stuk volwassener is geworden. Ik denk dat de NLCS nog voldoende potentie heeft om door te groeien en de standaard van nog meer bedrijven te worden.”

Dwars door de Zuidas in Amsterdam legt nutsbedrijf Liander momenteel een 20kV-tracé aan: een middenspannings-stroomnetwerk dat vele honderden particuliere en bedrijfsaansluitingen aan het landelijke hoogspanningsnet knoopt.
Delen op facebook
Facebook
Delen op linkedin
LinkedIn
Delen op twitter
Twitter
Scroll naar top