Uit de conjunctuurmeting in de bouwnijverheid van september 2018 van het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) blijkt dat de orderportefeuille voor de totale bouw in augustus is gestegen met twee tiende maand ten opzichte van juni en komt uit op 10,4 maanden werk. Hiermee is de werkvoorraad 1,5 maanden hoger dan in dezelfde maand vorig jaar.
De orderportefeuilles in de burgerlijke- en utiliteitsbouw (b&u) namen met drie tiende maand toe naar 11,5 maanden werk. De orderportefeuille in zowel de woningbouw als de utiliteitsbouw stegen beide met drie tiende maand, waarbij de werkvoorraad op respectievelijk 11,8 maanden en 11 maanden werk uitkwam.
Bij de grond-, water- en wegenbouw bleef de gemiddelde werkvoorraad onveranderd op 7,5 maanden werk. De werkvoorraad steeg bij de grond- en waterbouw met drie tiende maand naar 9 maanden werk. Daarentegen daalde de
orderportefeuille in de wegenbouw met vier tiende maand naar 6 maanden werk. De helft van de bouwbedrijven gaf aan stagnatie te ondervinden in onderhanden werk, waarbij problemen in de personeelsvoorziening de belangrijkste oorzaak voor stagnatie is.
Van de bouwbedrijven gaven drie op de tien aan dat hun productie in de afgelopen drie maanden was toegenomen, terwijl minder dan één op de tien van de bouwbedrijven hun productie zag afnemen. Bijna vier op de tien bedrijven beoordelen hun huidige orderpositie als groot. Daarnaast verwachten bijna vier op de tien bedrijven de komende drie maanden personeel aan te nemen. Prijzen zullen naar verwachting bij bijna zes op de tien bouwbedrijven gaan stijgen in de komende drie maanden.
De conjunctuurmeting in de bouwnijverheid van het EIB wordt uitgevoerd in opdracht van de Europese Commissie. Aan de conjunctuurmeting verlenen ongeveer 250 hoofdaannemingsbedrijven met meer dan tien personeelsleden hun medewerking.