In 2025 moet de Metropoolregio Amsterdam (MRA) tot de meest circulaire grootstedelijke regio’s van Europa behoren. Dat is tenminste de ambitie van het Ontwikkelplan Circulaire Economie Metropoolregio Amsterdam.
De portefeuillehouders ‘Duurzaamheid’ gaven hiervoor goedkeuring nadat het ontwerp aan alle MRA-deelnemers was voorgelegd, hun fiat aan het plan. Het ontwikkelplan vormt de opmaat voor een circulaire MRA-economie. Om dit te bereiken moet verbreding plaatsvinden naar de hele economische sector: circulaire economie is daarin verweven. Een goed functionerende circulaire economie draagt bij aan lokale werkgelegenheid, innovatie en verduurzaming van logistiek. Verwante onderdelen van de MRA Agenda moeten worden meegenomen, en daarnaast ook de energietransitie.
Drie sporen
Het Ontwikkelpan Circulaire Economie Metropoolregio Amsterdam moet samenhang brengen in reeds bestaande actiepunten. Het doel is dat de MRA in 2025 tot de meest circulaire grootstedelijke regio’s van Europa behoort. Er zijn drie sporen uitgezet die grote onderlinge samenhang vertonen. Punt 1, Circulaire inkoop door de MRA-overheden, maakt bijvoorbeeld deel uit van de andere twee punten.
Spoor 1: Circulaire inkoop
De MRA-deelnemers kopen jaarlijks voor 4 miljard euro in. Het ontwikkelplan zet dan ook in op het volledig circulair maken van deze inkoop. In het eerste kwartaal van 2019 gaat er een voorstel naar de drie MRA-platforms om te bepalen via welke fasering dit kan worden bereikt. In aansluiting met de ambitie die door de staatsecretaris is gegeven, wordt ingezet op het met zoveel mogelijk MRA-partners bereiken van ten minste 10 procent circulair inkopen in 2022. Het doel voor 2025: 50 procent circulair inkopen. Vanaf 2025 wordt vervolgens bepaald of en hoe de situatie van volledig circulair inkopen kan worden bereikt. Daarbij wordt bezien of 2030 haalbaar is en wat nodig is om dit te realiseren. Hierover wordt op dat moment afzonderlijk een besluit genomen.
Spoor 2: Grondstoffenstromen
Via het tweede spoor gaan de MRA-deelnemers concreet aan de slag met zes grondstoffenstromen. Per grondstroom zijn hiertoe nu werkgroepen actief. De portefeuillehouders hebben die in hun overleg van november 2017 al bepaald. Deze werkvorm zorgt voor optimale lokale inbreng en kennisuitwisseling. Dit vergroot het draagvlak en maakt het bovendien mogelijk om ideeën te toetsen alvorens hiermee aan de slag te gaan.
Spoor 3: Interventies
Het derde spoor richt zich op interventies die de circulaire economie dichterbij brengen. Daarbij gaat het bijvoorbeeld over het wegnemen van belemmeringen voor het bedrijfsleven. Cases worden in afstemming met het Rijk, de Amsterdam Economic Board en andere partners opgepakt, waarbij ook wordt aangehaakt op lopende trajecten, zoals Maatschappelijk Verantwoord Inkopen en het Regionaal Energieloket van de VNG. Dit moet het voor het bedrijfsleven gemakkelijker maken om aan de slag te gaan met circulaire activiteiten in de regio. Van belang is verder het zoeken naar samenwerking op het gebied van de inzameling van bedrijfsafval en gemeentelijk afval. Andere aandachtspunten zijn het harmoniseren van aanbestedingsprocedures tussen gemeenten en het vergemakkelijken van de toegang tot data.
Vervoer
Optimalisering van vervoersbewegingen is eveneens noodzakelijk in de circulaire economie. Via slimme coördinatie kan vervoer worden gecombineerd, ook in relatie tot het organiseren van retourlogistiek. Voorts is in de MRA Agenda een apart actiepunt opgenomen voor het starten van vier pilots gericht op lokale ketensluiting en gebiedsontwikkeling. Dit actiepunt wordt versterkt. Het gaat om de volgende vier gebiedsgerichte uitwerkingen: De Circulaire Westas, Floriade, Afvalrotonde Zaanstad en Ketenorganisatie Gooi en Vecht. Van belang in dit geheel is ook de onlangs verschenen. Grondstoffen Atlas.
Nieuwe MRA Agenda
Het ontwikkelplan heeft gevolgen voor de MRA Agenda. De huidige actiepunten 4.1 en 4.7 geven namelijk onvoldoende sturing. Onderdelen zijn te los van elkaar opgenomen. Voor een succesvolle aanpak is over de gehele linie meer samenhang tussen de onderdelen nodig. Het ontwikkelplan bevat daarom een voorstel voor een nieuwe indeling. Aandacht verdient ook de programmatische samenhang tussen de diverse actiepunten. Voor het programma als geheel zijn twee bestuurlijke trekkers aangewezen, namelijk de duurzaamheidswethouders van Haarlemmermeer en Lelystad.