Kleinere organisaties zien ook meerwaarde
Dat de NLCS aan een onstuitbare opmars bezig is, lijdt geen twijfel. Zeker bij overheden en grotere bedrijven in de GWW-sector is de tekenstandaard niet meer weg te denken. Maar hoe zit dat bij zzp’ers? Is de NLCS voor hen van meerwaarde? En zo ja: is het de moeite waard om erin te investeren? We vroegen het drie zzp’ers.
Door de redactie
Toen Jaap-Jan Bekkink er zo’n tien jaar bij zijn werkgever op had zitten, begon het te kriebelen. De verkeerskundig ontwerper uit Zwolle zat weliswaar bij een uitstekend adviesbureau en had prima werk, maar hij miste de uitdaging. Hij wilde ontdekken wat hij nog meer in zijn mars had. Bij de start van zijn bureau 2J3D nam hij zich één ding voor: ik doe geen concessies aan kwaliteit.
Hij vertelt: “Voor mij is het toepassen van de NLCS dan ook een no-brainer. Enerzijds omdat het hebben van een uniforme tekenstandaard je werk veel efficiënter maakt. Je bouwt je tekeningen razendsnel op en je hebt nauwelijks nog onduidelijkheden in je communicatie met opdrachtgevers. Daardoor kun je al je creativiteit en energie in je ontwerp stoppen, in plaats van in randzaken. Anderzijds wil ik vooroplopen in de dingen die ik doe.”
Geen begrenzingen
Werken met de NLCS stelt je wel voor de vraag: welke software ga ik gebruiken? Dat was voor Bekkink al snel een uitgemaakte zaak. “Goede spullen zijn cruciaal voor mijn werk als ontwerper. Bij mijn start als zzp’er heb ik wel rondgekeken welke mogelijkheden er waren, maar ik kwam al vrij snel uit bij de AEC Collection in combinatie met InfraCAD en InfraCAD Map. Er wordt wel eens zwaar over de NLCS gedacht, maar met InfraCAD kun je de tekenstandaard gemakkelijk in je werkprocessen implementeren, intuïtief bijna. Ja, dat kost een paar centen, maar die verdien je makkelijk terug met de tijdwinst die het oplevert. Bovendien kan ik met de combinatie van de NLCS en InfraCAD voldoen aan de verwachtingen van mijn opdrachtgevers. Het laatste wat me mag gebeuren, is dat mijn software me in mijn ondernemerschap begrenst.”
Meebewegen met de markt
Maatvoering en toezicht houden: dat zijn de twee belangrijkste specialisaties van Ad Schenkel. Al sinds 2002 werkt de meetkundige uit Blauwestad (Groningen) voor een keur aan opdrachtgevers in de civiele sector. Daarnaast leidde hij tal van (aankomende) professionals op bij het ROC in Utrecht en het SOMA. En 3D-modellen maken ten behoeve van machinebesturing doet hij ook als het even kan. De grote gemene deler bij al dat werk: vrijheid.
“Ik ben zzp’er geworden omdat ik de vrijheid wil hebben om mijn eigen keuzes te maken. Dat geldt voor het werk dat ik aanneem, maar ook voor de manier waarop ik dat uitvoer. Daarbij wil ik zoveel mogelijk in eigen hand hebben, de dingen goed voor elkaar hebben en kunnen meebewegen met de markt. Dan is de NLCS eigenlijk een logisch gevolg. Die biedt me gemak, een grotere productiviteit en werkplezier. Mijn opdrachtgevers? Die vragen er zelden om. Maar ze zijn wel blij met de kwaliteit van mijn werk en de snelheid waarmee ik dat oplever. Dus ze profiteren wel degelijk van mijn keuze voor de NLCS. Professionaliteit vraagt wat mij betreft dan ook om de NLCS.”
Niet aanrommelen
Over de kosten die de bijbehorende software met zich meebrengt is Schenkel duidelijk: “Dat doet elk jaar één keer pijn. Maar goede software mag wat kosten, net als meetapparatuur. Of ik het terugverdien? Het ene jaar wel, het andere jaar niet; daarvoor ontwerp ik misschien niet genoeg. Maar ik heb wel de zekerheid dat ik altijd de middelen heb om aan de vraag van de klant te voldoen. Natuurlijk, je kunt best zonder. Of gratis software gebruiken. Maar zo wil ik niet ondernemen. Je bent toch voor jezelf begonnen om iets te bereiken? Dan moet je niet gaan aanrommelen.”
Ariën Out werkt sinds 2010 als zzp’er. De landmeter uit Westwoud (Noord-Holland) zit veel op infraprojecten, maar voelt zich ook thuis in de utiliteit, de betonbouw en de onderwaterwereld. Zo’n zestig procent van zijn werk bestaat uit maatvoering, de overige veertig procent uit ontwerpen. De belangrijkste reden waarom hij zzp’er is geworden? Hij is eigenwijs, op de gezonde manier welteverstaan.
“Laat ik het zo zeggen: ik kan er moeilijk tegen als mensen moeilijk doen. De NLCS is daarvan een goed voorbeeld. Vroeger tekende iedereen op zijn eigen manier. Waardeloos, al die verschillende stijlen, wat een hoop tijd kostte dat. En wat leverde het veel onduidelijkheid op. Daarom ben ik al in 2013 met de NLCS gaan werken. Je tekent er sneller mee, wisselt efficiënt bestanden uit en hoeft niet meer eindeloos te interpreteren. Ik snap werkelijk niet waarom je níet met de NLCS zou werken.”
Leuker werk
Een veelgehoord argument onder zzp’ers die niet alleen ontwerpen is dat zij de NLCS – en de bijbehorende software – niet dagelijks nodig hebben. Zonde van de tijd en energie, zo redeneren zij. Out denkt precies andersom: “Júist als je er niet dagelijks mee werkt, profiteer je van die uniformiteit.
En InfraCAD maakt het je zo gemakkelijk dat je het in no-time in de vingers hebt. Dan is die NLCS ook helemaal zo ingewikkeld niet als sommigen denken. Zelf het wiel uitvinden is veel lastiger. Bovendien is de software heel flexibel. Als landmeter kom ik veel bijzonderheden tegen; die kan ik probleemloos integreren. En als je het even niet weet, heeft CAD Accent |Arkance een servicedesk die je verder helpt. Neem van mij aan: je werk wordt er veel leuker door.”