Wet kwaliteitsborging: stimulans of last voor de bouw?
Afgelopen voorjaar passeerde de Wet kwaliteitsborging de Eerste Kamer. Een wet die in de eerste plaats meer verantwoordelijkheid én aansprakelijkheid op het bord legt van de aannemer. Daarnaast verandert de controle ingrijpend: kwaliteitstoetsing van gebouwen is niet langer een taak van de gemeente, maar van onafhankelijke kwaliteitsborgers. Oud-politicus en tegenwoordig aanjager van duurzaam bouwen Leen van Dijke kijkt met Cadac-specialist Jeroen Leeuw vooruit naar 2021 als de wet van kracht wordt. Beiden zien overwegend positieve effecten. ‘Het dwingt de bouwsector verder te innoveren en te verduurzamen.”
Door Jos Cortenraad
De klok tikt onverbiddelijk door. De minister kan nog besluiten om bepaalde onderdelen van de wet even uit te stellen en er zijn overgangsclausules, maar over minder dan een jaar is het zover en wordt de Wet kwaliteitsborging, kortweg Wkb, van kracht. Met of zonder uitstel, de bouwwereld moet zich opmaken voor een ingrijpende verandering en niet elke aannemer of bouwbedrijf is daar blij mee, om het voorzichtig uit te drukken. “Integendeel”, zegt Leen van Dijke, oud-parlementariër voor de Christen Unie, gewezen lid van de concernstaf van bouwbedrijf VolkerWessels en nu kartrekker van De Stroomversnelling, een non-profitorganisatie die zich inzet voor versnelling van de energietransitie met name waar het om de bestaande woningvoorraad gaat.
“Bij Stroomversnelling zien we vooral de voordelen en we doen er alles aan om bedrijven in de sector te informeren over de Wkb. Eertijds werden we nog net niet met rotte eieren en tomaten bekogeld, bij wijze van spreken. De bouw is niet spontaan in voor veranderingen. Niet vreemd, de bouw is nu eenmaal traditioneel, gedomineerd vooral door gedreven mensen die hard werken, trots zijn op hun werk en uitermate belangrijk zijn voor ons land. Wonen immers is de basis van ons bestaan. Ik hou van de sector, maar verandering is nodig. De faalkosten zijn te hoog, de productie te laag. Industrieel ontwerpen en produceren komen te langzaam van de grond. Ik denk dat de Wkb innovatie een zetje geeft.”
Jeroen Leeuw, senior accountmanager bij de Cadac Group, gespecialiseerd in onder meer ontwerpsoftware en het digitaliseren van processen en actief met de Wkb, knikt bevestigend. “De bouwwereld is inderdaad een traditionele wereld. Toch zie ik de beweging. Digitalisering en automatisering winnen terrein. Steeds meer ondernemers maken de slag naar digitaal ontwerpen of oriënteren zich daarop. Ze begrijpen heel goed dat Building Information Modeling, BIM, een onmisbaar instrument wordt om aan de bouwopgave te voldoen. In Nederland alleen al komen we één miljoen woningen te kort, met de verwachte bevolkingsgroei de komende jaren wordt de opgave alleen maar groter. En dan is er nog de verduurzamingsslag. Miljoenen woningen moeten energiezuiniger en van het gas af. Dat gaat niet op de ouderwetse manier. De digitale slag maken is echter niet eenvoudig. Gelukkig kunnen wij met steeds slimmere en betere software een belangrijke rol spelen.”
Systeem
Nu knikt Van Dijke. Hij wil vooral niet katten op de sector waarin hij vele jaren zelf zijn brood verdiende. “Er is heel lang geen reden geweest om te veranderen. Het systeem liet ook weinig ruimte voor innovatie. De ontwikkelaar kocht grond, zette een architect aan het werk en schreef een aanbesteding uit. De aannemer die de beste prijs neerlegde, ging met de opdracht aan de haal. Vaak tegen een hele lage marge, soms zelfs tegen een ingecalculeerd verlies. Met matige kwaliteit en veel faalkosten tot gevolg. Die tijden zijn voorbij. De crisis heeft de urgentie van industrieel ontwerpen en bouwen helder gemaakt.
We zien steeds meer aandacht voor industriële productie, BIMmen wint terrein. Er wordt sneller gebouwd. Zo zet mijn oude werkgever VolkerWessels met succes huizen die in de fabriek zijn gemaakt binnen één dag neer. Op de bouwplaats is het een kwestie van monteren. Minder belastend voor het milieu en de omgeving en uiteraard veel sneller. Precies waar grote behoefte aan is. En dan is er inderdaad de energietransitie. De maatschappelijke druk om als bouwer bij te dragen aan een beter milieu is opeens actueel. Door de recente discussies over PFAS en stikstof, maar vooral omdat we van de fossiele CO2-uitstotende brandstoffen af moeten.
Duurzaam bouwen is hot. De grote uitdagingen kunnen we alleen het hoofd bieden door anders, industrieel, te bouwen. En de consument moet beter beschermd worden; daartoe gaat de overheid duurzaamheids- en kwaliteitseisen stellen – ook als het om renovaties van bestaande woningen gaat – waarvoor bouwers garanties moeten afgeven. De Wkb is daar één onderdeel van.”
Kwaliteitsborgers
De gemeente doet in de Wkb een forse stap terug. Vergunningsaanvragen worden nog wel getoetst aan het Bouwbesluit, maar de traditionele inspectie van Bouw- en Woningtoezicht verdwijnt. Onafhankelijke kwaliteitsborgers komen bij oplevering controleren of voldaan is aan de vergunning en het Bouwbesluit én of de aannemer de afspraken met de opdrachtgever nakomt. In een afgesproken garantietermijn. Van Dijke: “Nu nog wordt een deel van de aansprakelijkheid en verantwoordelijkheid doorgeschoven naar onderaannemers en toeleveranciers. Met de Wkb kan dat niet meer. De aannemer wordt verantwoordelijk én aansprakelijk voor het complete project. Vergelijk het met een auto. Als jij die bij een garage koopt, dan ga je daar ook heen als er een storing is. Doet de airco het niet, dan laat je je niet naar de aircofabrikant sturen. Dat gaat ook gelden voor gebouwen. Ik denk dat op deze manier inderdaad de kwaliteit verbetert.
Opdrachtgever en bouwer maken afspraken om te toetsen, óók door de gebruiker. Op het gebied van brandveiligheid, isolatie, gewenste warmte, de relatie met de omgeving, gebruikte materialen, et cetera. Ook op de langere termijn, in de garantieperiode. Het is dan ook in het belang van de aannemer om hoge kwaliteit af te leveren.”
“Dat klopt”, zegt Leeuw. “Er moeten zo’n achthonderd onafhankelijke kwaliteitsborgers opgeleid worden. Die toetsen tijdens het bouwproces en bij oplevering of aan alle kwaliteits-, veiligheids- en omgevingseisen is voldaan. Objectief en deskundig. Dat kan het beste als het bouwproject digitaal is opgezet. Bij digitaal ontwerpen is de kans op fouten en dus faalkosten veel kleiner. De processen zijn honderd procent traceerbaar. In de prefab-fabrieken, bij de installateurs en toeleveranciers is exact duidelijk wat er gemaakt moet worden en hoe. Digitale controle is dan logisch. Ik kan me ook niet voorstellen dat de borgers nog alleen visuele en fysieke controles doen.”
Fabrieken
Van Dijke gelooft in een toekomst van digitaal ontwerpen en modulair bouwen. “Dat geldt ook voor renovatie. We weten dat we een woning goed kunnen verduurzamen door er een schil overheen te zetten. Zowel met nieuwe woningen als in renovatie worden leidingen vooraf in de bouwfabriek gemonteerd, sensoren aangebracht voor domotica, enzovoort. Het Nieuwe Bouwen komt eraan. Trouwens ook goed voor het terugdringen van stikstofemissies. Bouwen in de fabriek is schoner, stoffen worden afgevangen en op de bouwplaats zijn veel minder vervuilende activiteiten. Ideaal. Daarin past de Wkb naadloos. Juist omdat je in het digitale ontwerp alle eisen en voorwaarden verwerkt, aansluitend bij bijvoorbeeld de eisen van NOM Keur of een ander keurmerk. Uiteindelijk is het na aflevering een kwestie van prestaties monitoren. En ja, voor diversiteit is voldoende ruimte. Er zijn grote en kleine woningen met veel of weinig snufjes. Met materialen en kleuren kun je variëren. Uiteindelijk is het aan de opdrachtgever om specs te geven waaraan de aannemer moet voldoen.”
Net als in de maakindustrie, vult Leeuw aan. “Die heeft de slag naar digitaal ontwerpen en produceren al lang gemaakt. Als Cadac hebben we daarvoor speciale software ontworpen en met succes in de markt gezet. De bouw is weliswaar geen industrie, maar kan wel degelijk standaardiseren op basis van model based design. Best practises vertalen we naar de bouwomgeving. We hebben inmiddels uitstekende BIM-software waar grote bedrijven als BAM, VolkerWessels en Dura mee werken. Dit zijn de voorlopers die het pad effenen. En inderdaad, ook voor de renovatiebouw zijn er uitstekende digitale oplossingen. De aannemer scant in een flatgebouw of rijtje huizen één woning en leest de resultaten in in een model. Vervolgens kan seriematig gepland en gerenoveerd worden. Goed controleerbaar en toetsbaar, aansluitend op de eisen in de Wkb.”
Digitaal
Het klinkt allemaal als erg makkelijk. Van Dijke glimlacht. “Natuurlijk is de omslag nog niet gemaakt. BIMmen staat nog in de kinderschoenen. Grote aannemers zijn de kwartiermakers, zij zetten de trends. Maar onderschat veel MKB-bedrijven niet. Installateurs en andere toeleveranciers moeten mee in het digitaal ontwerpen, in dataverwerking, mee in de eisen van duurzaamheid, engineeren op prestaties. Conceptueel denken, niet meer elk project als een uniek project zien maar in een serie. Dat kost tijd, zeker. Maar het is noodzakelijk. Voor wie niet meedoet rest een kleine ambachtelijke nichemarkt. De Wkb kan functioneren als hefboom om te veranderen. Vanzelfsprekend helpen we bij de Stroomversnelling ondernemers die mee willen met de ontwikkelingen. Er staat een uitgebreid netwerk met kennis en expertise, en we helpen bouwers en bijvoorbeeld corporaties om te selecteren op basis van NOM Keur. Dat garandeert een duurzame woning die aan alle eisen voldoet.”
Draagkracht
Van Dijke realiseert zich dat de tijd dringt. “Zeker weten. Een jaar is kort. Toch is het ook geen hogere wiskunde. Oriënteer je, ga aan tafel met andere partijen, breng je ICT op orde, ga BIMmen. Kom in actie. Tegen overheden en faciliterende bedrijven zoals Cadac Group zou ik zeggen: werk samen, investeer en deel samen risico’s.”
“Dat doen we al”, reageert Leeuw. “We zijn kartrekker bij de standaardisatieslag in de installatiewereld en werken daarbij samen met concurrenten, brancheorganisaties en de business. De door ons ontwikkelde software bieden we aan ‘as a service’. Zo zijn de initiële kosten beperkt en de gebruikskosten beheersbaar. Kijken we naar de Wkb, dan gaan we een standaardpakket aanbieden waarmee de bouwer/installateur betrekkelijk eenvoudig invulling kan geven aan de toetsing door de kwaliteitsborger. Wij willen ons steentje aan de bouwopgave graag bijdragen.”