De industrie ontwikkelt zich positief. Met name waar deze onderdeel is van topsectoren zoals high tech, life sciences & health en agri & food. Hierdoor heeft de industriële werkgelegenheid in de afgelopen jaren vooral in Zuidoost Brabant, de regio Leiden en Bollenstreek en de Veluwe een positieve ontwikkeling doorgemaakt.
Door diverse ontwikkelingen is de verwachting van Bureau Stedelijke Planning dat deze ontwikkeling zich versterkt voortzet. Dit vraagt om hoogwaardige bedrijfsruimten en bedrijventerreinen, ook in de hogere milieuhindercategorieën.
Werkgelegenheid in innovatieve clusters
Door de economische crisis is in de afgelopen tien jaar het aantal banen in de Nederlandse industrie fors gedaald (-11%). Maar in 2015 nam de werkgelegenheid in deze sector weer toe. De industrie is met name geconcentreerd in de grensregio’s. Vooral in de regio’s Delfzijl, IJmond en Zeeuwsch-Vlaanderen is het een belangrijke werkgever met een aandeel van 18% van het aantal banen. In de Randstad is het aandeel van de industrie echter beperkt (ca. 4%).
Toename in regio’s
In de afgelopen vijf jaar nam het aantal banen in de industrie met name toe in Zuidoost-Brabant (+7%). De regio Leiden en Bollenstreek (5%) en de Veluwe (+4%). Dit hangt samen met de hier gevestigde topsectoren: Eindhoven (High Tech), Leiden en Oegstgeest (Life sciences & Health) en Wageningen (Agri & Food). De industrieën zijn hier onderdeel van clusters waar onderling verbonden bedrijven gebruik maken van dezelfde leveranciers, kennisuitwisseling en vergelijkbare technologieën. Deze clusters zijn vaak erg concurrerend, hebben een goed economisch groeipotentieel en kennen een sterke vraag naar vastgoed. Aangezien de industrie te maken heeft met een toename van de vraag naar complexe maatwerkproducten en kortere levertijden verwacht Bureau Stedelijke Planning dat clustering steeds belangrijker wordt. Met name in de regio’s waar sprake is van industriële activiteiten in topsectoren verwacht Bureau Stedelijke Planning een bovengemiddelde vraag naar nieuwe bedrijfsruimten en bedrijventerreinen. Ook in de hogere milieucategorieën.
Industrie profiteert van hoogconjunctuur
Dat de industrie in opmars is blijkt ook uit de Inkoopmanagersindex waar sinds 2013 sprake is van een positieve ontwikkeling. Ook het aantal vestigingen is in deze periode toegenomen. Qua productie en omzet presteren sinds 2010 de farmaceutische, elektrotechnische en machine-industrie het beste. De kleding- en chemische industrie blijven het meest achter.
De industrie is zeer conjunctuurgevoelig en kan dus optimaal profiteren van de huidige economische groei. Ook de zogenaamde ‘reshoring’ draagt hier een steentje aan bij. Steeds meer bedrijven halen hun productie terug naar Nederland. Dit komt doordat klanten steeds hogere kwaliteit, maatwerk en kortere levertijden wensen. Ook worden er nieuwe eisen aan het productieproces gesteld. Daar komt bij dat de loonkosten in de lageloonlanden stijgen en er sprake is van hogere faal- en transportkosten. Bovendien wordt de productie steeds meer geautomatiseerd en zijn slimme toepassingen relevant.
Maatwerk: kleine en middelgrote gebouwen
Door technologische ontwikkelingen zoals 3D-printen zal de industrie zich meer gaan richten op maatwerk en minder op grote volumes. Dit heeft effect op de vraag naar vastgoed. Deze zal zich in mindere mate richten op grote productiehallen en meer op kleine en middelgrote gebouwen. De ontwikkelingen leiden daarnaast tot minder behoefte aan traditionele bedrijfshallen, maar vragen meer om hoogwaardige objecten, inclusief laboratoria, cleanrooms en datacenters.