Het aanleggen en onderhouden van speelweides, verlichting, wegen, openbaar groen, riolering. Stuk voor stuk werkzaamheden die vallen onder de openbare ruimte en waarvan het beheer bij de gemeente is belegd. Bij de uitvoering van de BOR speelt de BGT (Basisregistratie Grootschalige Topgrafie) een steeds voornamere rol.
Door Frits de Jong
Vanaf 1 juli 2017 zijn bestuursorganen bij de vervulling van hun publiekrechtelijke taken verplicht om gebruik te maken van de BGT. Daarvoor dient het gebruik van die basisregistratie in verschillende werkprocessen ingeregeld te worden. Het beheren en ontwerpen van de openbare ruimte is één van deze werkprocessen. Het betekent onder meer dat de informatieuitwisseling tussen BOR en BGT zo optimaal mogelijk moet worden ingericht. Niet alleen door gegevens uit te wisselen, maar ook door werkprocessen op een samenhangende wijze vorm te geven.
Bunnik
Een van de gemeenten waar de BGT steeds beter gekoppeld wordt aan de BOR, is Bunnik (ruim 15.000 inwoners). Arja Gomes, medewerker BAG/Geo bij de Utrechtse gemeente, legt uit: “In 2012 zijn wij gestart met de implementatie van de Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT). De eerste stap was het vervangen van het beheerpakket openbare ruimte voor groen- weg- en rioolbeheer. Voor ons was het belangrijk om te weten of het beheerpakket in staat was het datamodel van de BGT te kunnen hanteren en de werkprocessen conform de wettelijke eisen van de BGT te waarborgen.”
In Bunnik, dat in mei 2016 is aangesloten op de Landelijke Voorziening BGT, is de BGT leidend voor de beheervlakken en de BOR voor het vullen van de administratieve gegevens. Op dit moment worden de laatste stappen gezet om tot een koppeling te komen met BGT en BOR. “De laatste synchronisaties met BOR en BGT worden verwerkt en ook de mutaties uit de luchtfotosignalering 2017 worden meegenomen. De procesbeschrijvingen zijn nog niet gereed. Wel is er een bijeenkomst georganiseerd met wat er nu van wie verwacht wordt. Ook zijn er afspraken gemaakt over onder meer het leveren van revisietekeningen aan de BGT. Dit gaat allemaal in goed overleg.”
Het traject afstemming BOR met BGT wordt vooral aangestuurd door de BGT-beheerder. “Mijn ervaring is dat dit een langdurig, ingrijpend traject is waar we eigenlijk nog steeds druk mee zijn. Gelukkig zijn we al vroeg gestart en hebben wij de medewerkers van BOR zoveel mogelijk geprobeerd erbij te betrekken. In een volgend stadium gaan we kijken welke niet-verplichte BGT-gegevens wij gaan toevoegen. We doen het stap voor stap. Eerst het horizontale berichtenverkeer BGT-BOR maar eens realiseren”, aldus Gomes.
Gemeente Haarlem
Ook de gemeente Haarlem (circa 160.000 inwoners) is druk (bezig geweest) met de aanpak rond de BOR en de BGT, zo schetst Joris Jan de Vries. Bij de Noord-Hollandse gemeente is hij coördinator Basis -en Kernregistraties. “Samen met Zandvoort, met wie wij met ingang van 1 januari 2018 ambtelijk moeten zijn gefuseerd, hebben wij de opbouw van de BOR gekoppeld aan de opbouw van de BGT. Met name waar het gaat over de topografische afbakening. Bij de opbouw van het BGT 0-bestand is de GBKN, BAG-pandenkaart, water- en AAN-bestanden en de ‘oude’ BOR-shapes (vlakken) samengevoegd. Vervolgens is het 0-bestand bijgewerkt tot de eerste levering aan de SVB-BGT. Daarna is de BGT als referentie onder de BOR gelegd en zijn administratieve afbakeningen overgenomen uit de BGT-topografie.”
Niet alle ervaringen met de BOR en BGT worden door de gemeente Haarlem al als even bewezen ervaren. “We missen met name het horizontale berichtenverkeer tussen de BGT-BOR (en vice versa) als ‘proven technology.’ Hierdoor lopen de bijhoudingsprocessen ‘moeizaam’ en blijven we veel schakelen tussen de twee registraties”, aldus De Vries, die wél blij is dat vanaf dag één de BOR-beheerders betrokken zijn geweest bij de opbouw van de BGT. “Zij hebben ook specifieke taken in de bijhouding van de BGT. Zij vullen de BGT aan met specifiek afbakeningsinformatie over de vlak- en inrichtende elementen in de openbare ruimte. Dit als voorbereiding op de administratieve afbakening van de BOR ten behoeve van specifieke informatiebehoefte (areaal, kwaliteit, maatregelpakketten) voor de aansturing van de servicepartners buiten (groen- en grijsaannemers).”
West Maas en Waal
De combi BOR en BGT speelt ook bij de gemeente West Maas en Waal (ruim 18.000 inwoners), een zelfstandige gemeente met acht kernen en een buitengebied met een totale oppervlakte van 8521 hectare in het Land van Maas en Waal. De Gelderse gemeente heeft eenduidige en juiste informatieverstrekking naar hun bedrijven en inwoners hoog in het vaandel staan en wat hen betreft begint dat bij betrouwbare basisgegevens. “In dat kader hebben wij al in een vrij vroeg stadium het cluster Gegevensbeheer (geo) en alle disciplines binnen het team Openbare Ruimte, alle beheerders van de Openbare Ruimte (BOR) bij elkaar gebracht”, zo laat Johan Megens weten. Hij is senior medewerker Gegevensbeheer. “Een van de eerste gezamenlijke activiteiten was het samenstellen van een concept objectenhandboek BGT/IMGEO, met als basis onze huidige objecten in de openbare ruimte.”
Megens schetst dat in eerste instantie niet alle collega’s Openbare Ruimte al direct de voordelen inzagen van de BGT. “Iedere beheerder in het werkveld BOR voerde zijn/haar taak met de beschikbare middelen uit, maar lang niet altijd waren de BOR-objecten op elkaar afgestemd. Dat bleek ook bij andere gemeenten het geval te zijn. We hebben als antwoord daarop intern en in regioverband een aantal workshops neergezet en werksessies gehouden om de veranderingen aan te geven en zeker ook de kansen en voordelen te benoemen. Doel van die sessies was om een eenduidige gemeentedekkende BGT volledig te gebruiken bij OPR, waarin geen overlappingen/gaten en onvolkomenheden meer zouden zitten en altijd de juiste informatie zou kunnen worden verstrekt naar de complete organisatie toe.”
Masja van Ingen, projectleider groen OPR bij de Gelderse gemeente, was direct enthousiast en is nog steeds kartrekker/aanjager bij OPR. “Dat heeft zeker ook bijgedragen de realisatie van de huidige BGT”, aldus Johan Megens.
Objecten in de openbare ruimte wijzigen met enige regelmaat. Denk bijvoorbeeld aan de aanleg van een voetpad, aanpassing groenvoorziening of de reconstructie van een weg. Het is voor gemeenten dan ook zaak om de gegevens actueel te houden en kennis te delen met andere gemeenten. Dat erkent ook Megens. “We blijven alert op de kwaliteit, actualisatie en verrijking van de data. En ondanks het feit dat er korte lijntjes zijn binnen onze organisatie, ligt er inmiddels wel een eerste concept van een processenhandboek BGT – BOR. Het is een gezamenlijk product van BGT en BOR van zaken die de komende tijd nog verder moeten worden aangepakt en een product waarin verschillende processen zijn vastgelegd.”
Een van de zaken waar momenteel aan wordt gewerkt is een verbeteringstraject waarbij door middel van kartering en landmeetkundige inwinning ontbrekende data aan de BOR wordt toegevoegd. “Ook volgend jaar gaan er stappen gezet worden. Dan zijn we onder meer van plan om een begin te maken met het toevoegen van inrichtende elementen. Denk bijvoorbeeld aan lantaarnpalen of bomen. Inmiddels is de eerste inventarisatie uitgevoerd, deels weer geactualiseerd en de informatie en benodigde data is voorhanden.”