Digital twinning en VR dragen bij aan integrale aanpak
Bestuurders van moderne steden zien zich geconfronteerd met uiteenlopende uitdagingen op het gebied van energietransitie, klimaatbestendigheid, gezondheid, leefbaarheid en mobiliteit. Uitdagingen die weliswaar afzonderlijk kunnen worden benoemd, maar eigenlijk niet meer afzonderlijk zijn op te lossen. Omdat veel systemen en processen op elkaar ingrijpen, is er behoefte aan integrale oplossingen. Hiervoor is in de Brainport-regio het Urban Development Initiative (UDI) ontwikkeld, dat de ambitie heeft om in de regio adequate, slimme, integrale, innovatiegedreven antwoorden te bieden op stedelijke vraagstukken.
Door Lambert-Jan Koops
De samenwerking in het UDI is gestart door de gemeenten Eindhoven en Helmond via de Stichting Brainport Smart District, Brainport Development en de TU/e, samen met het Duitse Fraunhofer Gesellschaft. Door op een aantal thema’s samen te werken met een groot aantal andere partijen uit het bedrijfsleven en de (semi)publieke sector, willen de partijen in het UDI ecosystemen laten ontstaan met een grote innovatiekracht. Zo kunnen innovatieve oplossingen in de regio in eerste instantie snel en efficiënt worden ontwikkeld, waarna ze vervolgens op te schalen zijn.
Het Digital City Program (DPC) is het eerste programma van het UDI dat in samenwerking met partners uit bedrijfsleven, overheid en onderwijs op 5 februari 2021 van start is gegaan. Het programma richt zich op digitale oplossingen voor integrale en duurzame stedelijke planning via digital twinning en virtual reality (VR). Michiel Oomen, innovation program manager bij de gemeente Eindhoven, legt uit waarom deze twee zaken expliciet worden genoemd. “Binnen het DPC willen we als gemeente eigenlijk vooral bestuderen hoe we deze technologie kunnen inzetten als instrument ter ondersteuning, bij de besluitvorming en als co-creatie instrument voor inwonerparticipatie. De opgave voor goed bestuur van een stad is in de loop der jaren steeds complexer geworden, onder andere omdat de verschillende vraagstukken niet aan te pakken zijn zonder dat ze elkaar beïnvloeden. Dat vereist dus een integrale benadering en we denken dat deze goed vorm te geven is met behulp van digital twinning en het gebruik van VR. Ik wil daarbij benadrukken dat we de inzet van deze technieken dus duidelijk niet zien als doel, maar echt als middel, omdat we denken dat we hiermee bijvoorbeeld bewoners beter kunnen betrekken bij het besluitvormingsproces binnen de gemeente.”
Visualisatie en VR
Als concreet voorbeeld van een project waarbij digital twinning en VR meerwaarde hebben, noemt Oomen Knoop XL. Dit project zorgt ervoor dat het hele stationsgebied van Eindhoven de komende twintig jaar een gedaanteverwisseling zal ondergaan. Op het gebied van 55 hectare wonen nu nog zo´n tweehonderd mensen, maar daar komen tussen de zes- en zevenduizend woningen bij. Daarnaast zullen er de nodige kantoren worden gebouwd en wil de gemeente de bereikbaarheid garanderen door goede trein- en busverbindingen aan te bieden. Kortom, een extreme verandering en dat is volgens Oomen dan ook een goede reden om hier gebruik te maken van visualisaties via digital twinning en VR. “Bij dergelijke, grote projecten is het echt heel lastig om een goed beeld te krijgen van de verschillende mogelijkheden als er geen visuele ondersteuning wordt geboden. Omdat we de ontwerpvoorstellen willen uitwerken met behulp van digital twinning en VR, kunnen geïnteresseerden echt ervaren wat de verschillende ideeën inhouden en dus ook veel meer inhoudelijk meepraten over de toekomst van het gebied. Daarmee zijn digital twinning en VR dus echt goede tools om integraal greep te krijgen op de systemische complexiteit, teneinde de meest optimale keuzes te kunnen maken (decission support) en als co-creatie om de betrokkenheid van de burgers te vergroten.”
Langetermijnvisie
Om de moderne technologie optimaal te kunnen inzetten, hebben Oomen en zijn collega’s goed nagedacht over een plan van aanpak.
“Veel steden bouwen de digitale stad bottom-up op, door de informatie uit hun GIS-systeem te combineren met andere relevante data om zo tot een steeds completer model te komen. Dat kan natuurlijk, maar dat levert volgens ons op zijn best een model op van de stad zoals deze nu is. Wij willen echter vooral de stad van de toekomst kunnen aansturen en de beschikbare technologie daarvoor inzetten.”
De gemeente Eindhoven heeft dus een duidelijk geformuleerde langetermijnvisie waarbij integrale planning en besluitvorming vooropstaat. Dat betekent echter niet dat er niet al op verschillende gebieden concrete stappen worden gezet om de nieuwe digitale technologie in te zetten. Heidi van der Vloet, coördinator geo-informatie en contactpersoon UDC Ruimtelijk Domein bij de gemeente Eindhoven, legt uit hoe de twee zaken hand in hand gaan: “Wij werken momenteel hard aan het verbeteren van verschillende processen binnen het gemeente-apparaat en de geformuleerde toekomstvisie biedt ons daarbij duidelijk steun. Wanneer we bijvoorbeeld voorheen 3D wilden introduceren binnen een specifiek proces, lukte het soms niet goed om daar budget en tijd voor vrij te maken, omdat de hogere echelons niet helemaal duidelijk zagen wat de toegevoegde waarde ervan zou zijn, ook al was dat voor ons dan wel duidelijk. Nu is het echter duidelijk dat het deel uitmaakt van een groter plan, dat door iedereen binnen de organisatie wordt gesteund. Dankzij het overkoepelende idee over de inzet van moderne technologie, is het veel makkelijker voor ons om de organisatie in de basis al voor te bereiden op het bestuur van de toekomst.”
Samenwerking
Met vijf drijvende krachten binnen het UDI en meer dan twintig partners die actief zijn binnen het DPC, is het duidelijk dat samenwerking een belangrijk thema is. “Het mooie van de opzet is daarbij dat we partijen met elkaar laten optrekken die anders misschien nooit met elkaar in contact zouden komen”, zo stelt Oomen. “Zo investeren stedenbouwkundig bureau PosadMaxwan en softwaremaker Esri nu samen in R&D binnen dit project, iets wat anders nooit zou zijn gebeurd en volgens mij een goed voorbeeld is van de innovatieve kracht van het ecosysteem dat we binnen het UDI opzetten.”
Ook Van der Vloet ziet dat het samenbrengen van de verschillende partijen inmiddels vruchten afwerpt. “De samenwerking tussen PosadMaxwan en Esri is nuttig en voor ons ook fascinerend om te zien. De beide bedrijven leren heel snel van elkaar en laten daarmee heel goed zien wat er allemaal mogelijk is wanneer partijen de handen ineenslaan.”
Concrete invulling
Zowel Oomen als Van der Vloet zijn dus enthousiast over de opzet en de kansen van het UDI in het algemeen en het DPC in het bijzonder. Samen met de partners en andere geïnteresseerde partijen wordt het programma het komende half jaar verder uitgewerkt, waarna rond de zomer van 2021 de uitvoeringsfase start. Dat is het moment dat de betrokken partijen de concrete invulling oppakken en hier tools voor zullen ontwikkelen, op basis van de prioritering die de komende tijd zal worden vastgesteld. De werkzaamheden dienen daarbij een duidelijk doel te dienen, zo merkt Oomen op: “Alle digitalisering moeten we eigenlijk één-op-één koppelen aan zaken waar we direct iets aan hebben in ons primair proces, zodat het duidelijk is wat het oplevert. Door digitalisering te richten op (middel)langetermijnopgaven, hebben we de tijd en ruimte om er de komende jaren op door te bouwen, terwijl het ook vandaag al waardevolle tooling is voor beleidsmakers en bestuurders.”