“Wow, wat een schitterend ontwerp van een huis!”, zei ik tegen mijn collega! Maar toen ik later ging kijken, reed ik het gewoon voorbij. Het was compleet opgegaan in zijn omgeving. Soms is dat positief en juist de bedoeling van de ontwerper én de opdrachtgever, maar in dit geval negatief.
Het ontwerp was natuurlijk schitterend omdat ik mij er een voorstelling van had gemaakt in mijn hoofd. En daar zit dan ook het probleem: in mijn hoofd. Mijn hoofd is beter dan de software. Tenminste, dat is mijn conclusie van jarenlang gefrustreerd ontwerpen bedacht ik later, toen het inzicht kwam. Toen ik het licht zag, was ik gelukkig direct genezen van mijn uit frustratie voortkomende depressie.
Ik ontwerp prachtige objecten, huizen, meubelstukken et cetera. Prachtig! Bij het zien ervan krijg ik al veel energie. Ik laat mijn opdrachtgever het schetsontwerp zien en ook hij is tevreden. Ik krijg een GO. Maar dan begint het frustrerende deel van de klus. Ik moet mijn schetsontwerp nu digitaal vormgeven. Dat lukt mij uiteraard, want ik ben een AutoCAD-virtuoos. Dat zegt iets over mij en over AutoCAD, wij zijn een soort twee-eenheid.
Dat klinkt heel harmonisch, maar dat is het, met name op het eind, zeker niet. Dan spatten de kortsluitingsvonken ervan af. Op het eind blijkt namelijk dat het gerenderde plaatje niet een kopie is van het beeld in mijn hoofd. En dus sleutel ik dan weer verder aan het ontwerp. Maar dan klopt het plaatje nóg niet, waarna ik vervolgens nog kleinere details detailleer om wederom tot de conclusie te komen: het is misschien wel iets beter, maar nog steeds niet hetzelfde als in mijn hoofd.
#!@##^!**. Wanneer komt de versie met telepathisch ontwerpen uit?
Kun jij ook niet wachten op die versie voor frustratiereductie en eindelijk weer meer werkplezier: mail naar redactie@cadmag.nl.
Ontworpen-ingenieur W. Barendsz