Anno 2017 zijn analoge werkwijzen in de bouw nog aan de orde van de dag. We zien nog dagelijks, stapels bouwtekeningen op de bouwplaats. Maar liefst 99 procent van de mensen daar loopt met een (digitale) telefoon en appen en sms’en dat het een lust is. Maar bouwinformatie digitaal maken, dat is meestal een stap te ver. Waarom? Als je die vraag voorlegt, dan is de meest gehoorde reactie: ‘Dat zijn we zo gewend’, of ‘Een stuk papier is duidelijker’.
Toch zijn ze er gelukkig wel, organisaties die een pc, laptop of iPad op de bouwplaats hebben. Ook een A4-printer, maar steeds vaker ook eentje die geschikt is voor A3. Een medewerker komt de directiekeet binnen en vraagt naar informatie over een detail. Via een ‘viewer’ kan hij inzoomen op het digitale bouwwerk, de detaillering instellen en hups een print krijgen van de gevraagde informatie. Ook nog eentje van de andere kant? Zoveel hij maar wil!
Afspraken maken is daarbij natuurlijk wel noodzakelijk, bijvoorbeeld over de actualiteit van de digitale modellen en het beschikbare detailniveau: wel of niet in 3D, LOD 400 en 500? Maar meestal is een detailniveau in 2D voldoende. Het bijbehorende advies zal duidelijk zijn: vermeld ook de wensen van de bouwplaats in het IDM, ofwel het BIM-handboek. Dan kan iedereen volledig zelfstandig en betrouwbaar de benodigde prints zelf maken.
Het grote voordeel van deze werkwijze is dat niet alleen één bepaalde tekening voorradig is, maar meerdere zichten op de betreffende informatie kunnen worden gemaakt. Verschil in opvatting tussen modelleur en praktijkman over de manier waarop de informatie moet worden gepresenteerd, maakt dan niets meer uit. De praktijkman (of vrouw) bepaalt zelf hoe hij de informatie het meest duidelijk vindt en dus print. Dat levert duidelijkheid op bij de communicatie en, zoals u weet, duidelijkheid bevordert kostenbesparing!
Met vriendelijke groet,
Ad de Jongh
ICN Solutions
Lees hier de vorige column van Ad de Jongh: BIM meer dan alleen maar geometrie