Bouwbedrijf VolkerWessels zet zijn plannen voor een terugkeer op de beurs in Amsterdam door. Dat maakte de onderneming, die met een jaaromzet van 5,5 miljard euro en circa 16.000 mensen op de loonlijst tot de grootste bouwers van Nederland behoort, bekend.
VolkerWessels had al eerder een beursnotering in Amsterdam. Die werd evenwel in 2003 beëindigd toen Reggeborgh, de investeringsmaatschappij van de oprichtersfamilie Wessels, het bedrijf voor ruim 700 miljoen euro overnam. De familie liet eerder dit jaar al weten dat zij het familiekapitaal meer wil spreiden en gaf aan dat daarbij aan een terugkeer op het Damrak werd gedacht.
Bij de beursgang, die afhankelijk van de marktomstandigheden in de komende weken moet plaatsvinden, worden geen nieuwe aandelen uitgegeven. De familie Wessels verkoopt in eerste instantie een minderheidsbelang. Hoe groot dat zal zijn, is nog niet bekend. Op termijn moet het merendeel van de aandelen verhandelbaar worden op de beurs, maar de oprichtersfamilie blijft wel als aandeelhouder bij VolkerWessels betrokken.
De beursnotering zal VolkerWessels makkelijker toegang verschaffen tot de kapitaalmarkt, zei topman Jan de Ruiter in een toelichting. Hij voegde daar overigens aan toe dat het bedrijf op dit moment geen behoefte heeft aan meer liquiditeit. Wel rekent hij erop dat de beursgang voor meer aandacht en naamsbekendheid zal zorgen. “Dat kan bijvoorbeeld helpen bij het aantrekken van personeel”, aldus De Ruiter.
Grote strategische stappen vallen niet te verwachten. VolkerWessels blijft mikken op een ‘gecontroleerde, winstgevende groei’. Eventueel kunnen overnames daarbij helpen, maar dat is volgens De Ruiter geen nieuw beleid. Evenmin is daarvoor een beursnotering noodzakelijk. “Acquisities zijn tot nu toe altijd gefinancierd vanuit de kasstroom, ik ga ervan uit dat dat zo blijft”, aldus de topman.
VolkerWessels behaalt 70 procent van de omzet in Nederland, de rest komt uit het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en de Verenigde Staten. Het bedrijf laat volgens De Ruiter solide winsten zien waarmee het zich kan meten met de beste Europese branchegenoten.