Transport en Logistiek Nederland wil duidelijkheid over data
Uitstootvrije bevoorrading van onze binnensteden is de toekomst. Maar hoe bepaal je als gemeente de grens van zo’n zero-emissiezone? Een complexe uitdaging waarin ook branchevereniging Transport en Logistiek Nederland (TLN) haar verantwoordelijkheid neemt. Samen met Geodan ontwikkelde TLN een kaartviewer die de lokale situatie inzichtelijk maakt, en zo het gesprek en het besluitvormingsproces ondersteunt.
Door de redactie
Vooruitlopend op de Europese wetgeving is in het Nederlandse klimaatakkoord vastgesteld dat vanaf 2025 alleen nog emissievrije voertuigen de binnenstad in mogen. Alleen zo kan de emissie van CO2, NOx en fijnstof als gevolg van stadslogistiek tot nul worden teruggebracht. Voor de sector transport en logistiek van groot belang dus, om snel duidelijkheid te krijgen over de afbakening van de ‘zero-emissiezone’. Hoewel de verantwoordelijkheid hiervoor bij de lokale overheid ligt, zijn verschillende stakeholders betrokken bij de besluitvorming. Branchevereniging TLN is één van de partijen aan tafel en wil graag zo vroeg mogelijk de plek en impact van de invoering ervan voor haar leden in kaart brengen. Winkeliers, groothandels- en transportbedrijven kunnen dan ook hun plannen daarop baseren.
Verschillende belangen
De complexiteit van de zero-emissie-uitdaging en het afwegen van alle verschillende belangen vragen om een slimme manier van werken. Fijke Duijnhouwer, consultant bij Geodan, schetst waarom de aanpak van de zero-emissiezones zo’n ingewikkeld verhaal is. “De meest voor de hand liggende oplossing is natuurlijk om in te zetten op elektrisch vervoer en fietskoeriers binnen de zero-emissiezone, maar met het antwoord elektrisch vervoer is dit vraagstuk nog niet gelijk opgelost. Het brengt namelijk nieuwe uitdagingen met zich mee, en dan hebben we het niet over kleine aanpassingen maar over een herinrichting van de stadslogistiek. Dit zijn structurele veranderingen die veel impact hebben op netwerken, plannen, en niet te vergeten samenwerking.”
Investeringen
Belangrijk bij de vorming van zero-emissiezones is de vraag hoe de winkels in het gebied moeten worden bevoorraad. Duijnhouwer schreef hierover al een uitgebreid artikel op LinkedIn met de titel ‘Tikkende tijdbom stadslogistiek: zero-emissie zones’, zie ook tinyurl.com/um9zk7k. Hierin bespreekt ze onder andere de voor de hand liggende oplossing om hubs te vormen waar nog wel regulier vrachtverkeer mag komen, zodat vanuit deze plek de verdere distributie kan plaatsvinden met elektrische vervoersmiddelen. Dat is haalbaar, zo stelt Duijnhouwer in haar artikel, alhoewel dat wel de nodige investeringen zal vragen: “Er is onderzoek gedaan naar de laadinfrastructuur voor elektrische voertuigen in stadslogistiek. In dit onderzoek werd er stilgestaan bij vragen zoals: wat is de beste laadtechniek, waar komen de laadpalen te staan en wie wordt de eigenaar? Uit het onderzoek blijkt dat de beste laadtechniek afhankelijk is van de sector, de grootte van de accu, of het transport gekoeld moet zijn, het gewicht van de belading en hoe lang een truck stilstaat op een adres. De conclusie was echter positief: elektrisch vervoer is haalbaar, mits de juiste laadtechnieken worden toegepast. De kanttekening is echter dat er momenteel nog lang niet genoeg laadpalen zijn om al het vervoer in steden met elektrische voertuigen uit te voeren.”
Voor zero-emissiezones is het dus belangrijk dat er extra laadpalen komen. Dat veroorzaakt echter een ander netwerkprobleem, dat van het energienetwerk. Duijnhouwer legt ook dat uit in haar publicatie: “Het huidige elektriciteitsnetwerk is niet geschikt voor de toenemende elektriciteitsconsumptie van al die elektrische voertuigen. De belasting van het energienetwerk zal enorm toenemen en er moet daarom genoeg capaciteit zijn om bijvoorbeeld de grootste piekmomenten tussen vijf en acht ‘s avonds op te vangen, het moment dat alle voertuigen worden opgeladen. Daarbij is het bovendien belangrijk dat deze elektriciteit ook op een duurzame manier gewonnen is, anders draagt dit zero-emisseplan alsnog niets bij aan de verduurzaming.”
Transportnetwerk
Het is dus nodig om te investeren in laadpalen en het elektriciteitsnetwerk willen de zero-emissiezones haalbaar zijn. De leden van TLN kunnen echter ook hun borst nat maken voor aanpassingen in hun bedrijfsvoering, zo valt af te leiden uit het achtergrondverhaal van Duijnhouwer: “De transportnetwerken zelf zullen ook moeten veranderen. Het huidige transportnetwerk in Nederland is ingericht op basis van de limiterende factoren die gangbare vrachtwagens en dieselbestelbusjes met zich meebrengen. Wanneer elektrisch rijden de norm wordt, zullen hier beperkingen aan worden toegevoegd. Een grote uitdaging bij elektrische voertuigen is de kleinere actieradius. Een voorbeeld hiervan is de Jumbo e-truck van DAF en VDL met een actieradius van ongeveer honderd kilometer. Hiermee is de regio rondom een specifieke stad wel te beleveren maar daarmee zijn geen grotere afstanden af te leggen. Een bezorger kan hierdoor veel minder adressen bereiken vergeleken met een voertuig dat op diesel rijdt. Bovendien duurt het volledig opladen van een bestelbus ongeveer drie keer zo lang als het tanken van brandstof.”
Integratie van data
Om de zero-emissiezones vast te kunnen stellen en lokale variabelen mee te nemen moeten per gemeente alle relevante data worden verzameld, geanalyseerd, geïntegreerd en gevisualiseerd. Relevant daarbij zijn gegevens over gebieden met een hoge bevolkingsdichtheid (vaak ook tegelijk autoluwe zone), historische binnensteden, winkelgebieden, milieuzones tot bedrijventerreinen en ringwegen. Duijnhouwer en haar collega’s voegden al deze open data samen en maakte deze voor TLN inzichtelijk met een viewer, die werkt op het GeodanMaps cloudplatform van Geodan. “Ons platform bevat standaard al de postcodegrenzen en uiteenlopende functies voor het bekijken van kaarten, zodat we enkel kaartlagen hoefden toe te voegen met de informatie waarvan TLN had aangegeven dat het voor hen relevant was binnen de zero-emissiegesprekken. Het grote voordeel van de viewer is voor TLN dat deze een compleet overzicht geeft. Bij het overleg tussen de verschillende partijen bracht elke stakeholder zijn eigen informatie in. Niet alleen werd die info aangeleverd in verschillende formaten, van papieren kaarten tot printscreens en Shape-files, maar het kwam ook nog wel eens voor dat de gegevens van partij A van een heel andere datum waren dan die van partij B. De discussies bij de bijeenkomsten gingen dan bijvoorbeeld over de kwaliteit van de data en niet over het oplossen van het probleem zelf. Dat veranderde dankzij de gecombineerde database en een bijbehorende viewer.”
Analyses
Een groot deel van de data die worden gebruikt voor de viewer is openbaar beschikbaar. Zo bevat de database de gegevens van de milieuzones, die te downloaden zijn op postcode 6-niveau van mileuzones.nl. Daarnaast zijn bedrijventerreinen als shape-bestanden beschikbaar en worden de leeftijden van gebouwen onttrokken aan de BAG, zodat de historische kernen zichtbaar zijn. “Met het in kaart brengen van de huidige situatie, zijn de randvoorwaarden duidelijk voor het maken van analyses”, zo zegt Duijnhouwer, die uitlegt dat de analyses met name gericht waren op het in kaart brengen van de verwachte distributiedruk aan de hand van de bevolkingsdichtheid. “Als het inwoneraantal per vierkante kilometer hoog is, is er ook meer verkeer te verwachten. Meer inwoners betekent immers meer bestellingen en die moeten allemaal worden afgeleverd, of het nu postpakketten betreft of complete koelvriesinstallaties. Daarbij is het overigens met name deze laatste soort leveringen van grote en zware objecten die een uitdaging zijn in het geheel.”
Gezamenlijk beeld
Door het combineren van informatie bevat de kaartviewer concrete handvatten en inzichten, bij het maken van de juiste afwegingen en keuzes in het complexe besluitvormingsproces. TLN maakt dan ook volop gebruik van de software. “Geodan’s kaartviewer maakt het gesprek over de zero-emissiezone een stuk gemakkelijker”, zegt Anne-Marie Nelck, expert stedelijke distributie van TLN. “Onze regionale belangenbehartigers gaan samen met gemeenten in gesprek over waar de zero-emissiezone moet komen. De TLN-kaartviewer is met behulp van een instructie ook beschikbaar voor derden en wordt gebruikt door adviseurs, lokale overheden en TLN-leden. En dat doen we sinds medio 2019 met behulp van Geodan’s kaartviewer, op een interactieve manier. Een hulpmiddel dat inzicht geeft en ervoor zorgt dat discussies op feitelijke argumenten zijn gebaseerd. Maar die het ook mogelijk maakt om over de eigen gemeentegrenzen heen te kijken. Zo kan een situatie vanuit een regionaal perspectief worden beoordeeld. En dat is in het licht van de essentiële samenwerking erg waardevol.”
Toekomst
Gewapend met de viewer gaat TLN dus de problematiek rondom de invulling van de emissievrije zones te lijf. Afhankelijk van de ontwikkelingen zal Geodan de software nog aanpassen aan de wensen van de ondernemersorganisatie. “Concreet kijken we momenteel naar een manier om de logistieke stadhubs op te nemen in de viewer.
Ook verkennen we de mogelijkheid om de viewer binnenkort online beschikbaar te stellen voor alle leden van TLN”, zo sluit Duijnhouwer af.