Bedrijventerreinen in kaart gebracht

Bedrijventerreinen in kaart gebracht

Pilot voor nieuw op te zetten database

Een recente pilot in Noord-Holland dient als aanzet voor een nieuw op te zetten database waarin gegevens van bedrijven op bedrijventerreinen te vinden zijn.

Door Remco Takken

Na samenvoeging van de Basisregistraties Adressen en Gebouwen (BAG) en het LISA-vestigingenregister blijkt dat ongeveer zestig procent van de registraties tussen beide overeenkomt. Het overige deel van de dataset wordt gevuld door middel van veldwerk. 
© I&O Research

Het initiatief voor het samenstellen van een landelijke database van gebruikersdata van bedrijven op bedrijventerreinen komt van I&O Research, een onderzoeksbureau voor maatschappelijke vraagstukken. Een pilot op drie bedrijventerreinen in opdracht van de provincie Noord-Holland moet dienen als eerste aanzet voor de database. De basis zal bestaan uit aan elkaar gekoppelde bestaande registraties die worden geijkt en verrijkt met veldwerk op de bedrijventerreinen. Om daadwerkelijk van meerwaarde te zijn voor gebruikers die zelf ook kunnen beschikken over basisregistraties zoals de WOZ en de BAG, zal de database daar een set van relevante indicatoren aan toevoegen die nog niet eerder in kaart zijn gebracht. Denk hierbij aan informatie over de kwaliteit van panden, kavels en openbare ruimte, maar ook de aanwezigheid van diverse voorzieningen.

Het Landelijk Informatiesysteem van Arbeidsplaatsen is een databestand met gegevens over alle vestigingen in Nederland waar betaald werk wordt verricht.

Vraag en behoefte
Een van de mensen achter de pilot is Peter Nieland. Met zijn achtergrond bij Locatus en Kadaster/Kadata is hij als geen ander thuis in de wereld van vastgoeddata en -informatie. Voor hem is deze pilot deels gesneden koek. “Het proces is bekend, maar de data, de behoefte en de markt zijn nieuw. Er zijn twee ‘hoofdbehoeftes’. Kwaliteitsverbetering inclusief bijhouding en meer relevante data. De juiste gebruikersdata zijn niet of, slechts gedeeltelijk beschikbaar. De overige relevante data zijn vooral data omtrent duurzaamheid en toekomstbestendigheid. En die juiste en relevante data zijn interessant voor verschillende klantgroepen. Zowel publiek, vooral rijks-, provinciale en gemeentelijke overheden, als privaat: de vastgoedsector, adviesbureaus en de beveiligingsbedrijven.”

Samenstelling steekproefbestand (N=1.450). © I&O Research
Resultaten ter plekke waarneming van indicatoren uit registraties. © I&O Research

Registraties sluiten niet naadloos aan
De dataset voor de pilot omvat alle registraties uit de Basisregistraties Adressen en Gebouwen (BAG) en het LISA-vestigingenregister die binnen de ruimtelijke contouren van de drie bedrijventerreinen vallen. LISA staat voor ‘Landelijk Informatiesysteem van Arbeidsplaatsen’. Het is een databestand met gegevens over alle vestigingen in Nederland waar betaald werk wordt verricht. De kerngegevens per vestiging hebben een ruimtelijke component (adresgegevens) en een sociaal-economische component (werkgelegenheid en economische activiteit). Na samenstelling van de twee bronnen blijkt dat ongeveer zestig procent van de registraties tussen beide overeenkomt. Het overige deel van de dataset wordt gevuld door middel van veldwerk, waarbij ook het gekoppelde deel uit BAG en LISA wordt gecontroleerd.

Beoordeling kwaliteitsindicatoren (N=397). © I&O Research
Aanwezigheid voorzieningen aan pand (N=397). © I&O Research

Waarnemingen ter plekke
In de pilot zat een check op indicatoren uit de bestaande registraties, zoals de naam en SBI-activiteit (een indeling van economische activiteiten conform de Standaard BedrijfsIndeling) van het bedrijf en de status en het gebruiksdoel van het pand. I&O Research zag dat deze grotendeels overeenkomen met de waarnemingen ter plekke. Voor het overige deel zijn ontbrekende gegevens door middel van veldwerk op locatie aangevuld, variërend van 4 tot 23 procent per indicator. Ook is de database verrijkt met gegevens die tot op heden niet werden geregistreerd, zoals leegstand van vestigingen. De ‘schouw’ door I&O Research bestaat onder meer uit de (zichtbare) aanwezigheid van Verlichting, Bewakingscamera’s, Private beveiliging, Omheining, Zwerfvuil, Groenonderhoud, Parkeergelegenheid, Parkeerdruk, Trottoir, Fietspaden, Type dak, Zonnepanelen, Koelinstallaties/airco’s/warmtepompen, Warmtenetwerk, Bio-energie-installatie, Laadpalen, Kleine windturbines, Loadingdocks en Crossdocks. Zo zijn bij 2 procent van de panden zonnepanelen vastgesteld en blijkt dat er bij een op de acht bedrijfspanden laadpalen aanwezig zijn.

Aanwezigheid voorzieningen rondom pand (N=397). © I&O Research

Waarnemingen ter plekke
In de pilot zat een check op indicatoren uit de bestaande registraties, zoals de naam en SBI-activiteit (een indeling van economische activiteiten conform de Standaard BedrijfsIndeling) van het bedrijf en de status en het gebruiksdoel van het pand. I&O Research zag dat deze grotendeels overeenkomen met de waarnemingen ter plekke. Voor het overige deel zijn ontbrekende gegevens door middel van veldwerk op locatie aangevuld, variërend van 4 tot 23 procent per indicator. Ook is de database verrijkt met gegevens die tot op heden niet werden geregistreerd, zoals leegstand van vestigingen. De ‘schouw’ door I&O Research bestaat onder meer uit de (zichtbare) aanwezigheid van Verlichting, Bewakingscamera’s, Private beveiliging, Omheining, Zwerfvuil, Groenonderhoud, Parkeergelegenheid, Parkeerdruk, Trottoir, Fietspaden, Type dak, Zonnepanelen, Koelinstallaties/airco’s/warmtepompen, Warmtenetwerk, Bio-energie-installatie, Laadpalen, Kleine windturbines, Loadingdocks en Crossdocks. Zo zijn bij 2 procent van de panden zonnepanelen vastgesteld en blijkt dat er bij een op de acht bedrijfspanden laadpalen aanwezig zijn.

Omheining pand en type dak (N=397). © I&O Research

Database als benchmarktool
De resultaten maken op een overzichtelijke wijze de verschillen zichtbaar tussen alle indicatoren op de drie bedrijventerreinen uit de pilot. Dit is een mooie opmaat voor een uitgebreidere benchmarktool, aldus I&O Research. Nieland over de toekomst: “De pilot levert belangrijke inzichten op voor het verder opzetten van de landelijke database. We gaan verder met het koppelen van bestaande registraties, het registreren van de bevindingen ter plekke en het toewijzen van indicatoren aan juiste eenheden.”

Website I&O Research

Facebook
LinkedIn
Twitter